andere vier beoefenen nog steeds naar den aard der mannen van rijperen leeftijd
(Pleyte werd in Oct. '19 vijf-en-vijftig) de sport. Terwijl voetbal althans het
matchvoetbal een spel is van den jongemannentijd, en golf het spel heet, dat
men tot in hoogen ouderdom kan blijven beoefenen, ligt daartusschen de periode
van cricket en tennis. En het moge hier worden verklapt, dat Pleyte ook thans
nog in deze beide takken van sport met succes meedoet. Zoo speelde hij nog
dezen nazomer te Hilversum een zeer goede innings van 20 op het bowlen van
eerste-klasse krachten als Rincicer en Eigeman.
Schrijver dezer regelen heeft Pleyte nooit in de voetbalschoenen gezien,
maar het is hem uit de beste bron bekend dat de H. F. C. en speciaal de voor
hoede van de club in Pleyte's tijd goed voor den dag kwamen.
Een der tijdgenooten van Pleyte was A. E. Arriëns, die soms back speelde,
doch ook een goede goalkeeper was en die om zijn formidabel hoog trappen in
de wandeling „the highkicker" genoemd werd. Het stemt weemoedig, in dit boek
zijn dood te moeten melden. Hij kwam bij de Kloet-ramp om het leven.
Waar Pleyte in de Haarlemsche sportwereld een zoo groote en belang
rijke rol heeft gespeeld, en hij met C. J. Posthuma het tweetal uitmaakt,
dat de geschiedenis en -de grootheid van Rood en Wit van den aanvang af tot
heden toe het best vertegenwoordigt, zal de opneming van zijn beeltenis in dit
boek door vele leden van R. en W. worden gewaardeerd als een hoffelijke hulde
van de voetballers, gebracht aan de cricketers een hulde, die zeker door alle
leden van R. en W. ten zeerste zal worden op prijs gesteld.
v. M.
42
En Kelen der vele Mn.tch liefhebbers