Een der engelsche bandyspelers, zei eens tegen me This gentleman with
the horrible name (die sch was blijkbaar ontzettend lastig uit te spreken) is a
dangerous lot, he keeps on worrying till he's through.
Zoo was het. Hij wurmde zich overal doorheen, was zeer handig met den
bal, gaf beredeneerd over, zond een schot in, opgebouwd uit de factoren snelheid
X kracht X gewicht (het laatste niet weg te vlakken, zooals H. H. doelverdedigers
wel weten, die wel eens 'n kei van Constant Fexth te verwerken kregen). Hij
beschikte over 'n veelzijdige techniek. Kende het spel door en door.
Maar vooral als wedstrijdspeler had hij een groote waarde. Van het begin
tot eind speelde hij „om te winnen" of om het verlies zoo klein mogelijk te
houden, steeds even kalm, zonder zenuwen, maar op zijn stuk staande en zelf
fair, ook van andere eischend wat hij gaf. Als captain had hij daarom dan ook
zijne groote verdiensten en streed op hoffelijke wijze voor de belangen van zijn
H. F. C. en de kameraden met wie hij te velde trok. Van v. Manen vernam ik
hoe veel hij voor de club deed in de jaren van inzinking, kort na mijn vertrek.
Toen stond Wim Schorbr met Otto Menten en anderen trouw op zijn post.
Volgens denzelfden zegsman is het een curieuse bizonderheid, dat Wim zijn intrede
in het XI-tal dankte aan de influenza-epidemie van 8990, dat hij van Sept. 90
tot 92 wegens verblijf op kostschool niet voor de H. F. C. speelde, doch in de
XI-tallen van 92 tot 95 zelden ontbrak en ook weer in de seizoenen 9596 9697
speelde hij in de blauw-witte kleuren, steeds zijn beste krachten aan de ver-
eeniging gevend.
Laat mij hem nog even herdenken als een der beste, snelste en gevaar
lijkste voorhoedespelers bij het bandy spel, een van de onsterfelijken waarmee we
het Tebbuth team zoo danig, „te grazen namen" zooals Klaas Pander het uitdrukte.
Gemoedelijke goed-ronde Wim, je moet een en ander fatsoenshalve zelf
lezen, daarom zal ik 't maar korter maken, dan je wellicht toekomt. De frissche dus
W. M.