voor den eerste-wicket stand in Nederlandsch eerste klas cricket. In de tweede innines
van een wedstrijd, op het cricketveld te Heemstede (dat niet moet worden verward
met het toenmalige voetbalveld van de H. F. C.) gespeeld, maakte hij, met Otto,
een stand van 190. Beiden bleven niet uit, en Hubert had zijn century te
pakken. Als hardlooper, zwemmer en hockeyspeler, zoomede als jager, blonk Hubert
al evenzeer uit. Maar wellicht het grootst was en is hij als ijs- en sneeuw-
sportman. Omstreeks 1890 en kort daarna hadden wij in ons land een reeks
strenge, lange winters. In die jaren hebben wij allen goed leeren schaatsenrijden
en in Haarlem ontstond een geslacht van schitterende bandy-spelers de Kool-
hovens, de Elderingen, Piet de Haas, Ples, Sminia, Mulier, Schorer, de Mentf.n's
en natuurlijk Jaap en Klaas. Ook Lieftinck deed mee, en met succes. De Haar-
lemsche bandy-spelers konden zich niet enkel handhaven tegen de Engelschen,
maar onze ploegen gingen gaarne af en toe naar Zwitserland. Daar speelden zij
in Davos of in St. Moritz en van die tochten hebben de Menten's hun groote
liefde overgehouden voor de wintersport in de Alpen. Met hun sleden w. o.
van nieuw zelfontworpen type wonnen zij er prijzen en Hubert was daar in
St. Moritz en Davos een groote figuur en een man van erkend gezag op het
DE DAMIAATJES.
H. V. D. GRIENDT CH. PETERS (Secr.) JAN HOUTMAN KLAAS PANDER (h. F. C.)
(H. F. C.) R. ANEMA P. CALCOEN W. MUL1ER (Voorz.) VORSTMAN JAAP EDEN C. WITTEVEEN
(H. F. C (H. F. C.)
R. SCHUT (H. F. C.) H. MENTEN (H. F. C.)