ARIE VAN BEEKUM
A RIE is onbetwist de „koolketter" van het eerste en zeker in het jaar van de tweede
klasse. Die kleine veldjes met allerlei greppeltjes en polletjes gras, die plotseling den
bal deden verdwijnen voor t oog van den tegenstander of er een geheel andere
richting aan gaven, daar was hij het meest
in zijn element. Evenals de oude H.F.C.'ers
op de legendarische „Koekamp' de boomen
midden in 't veld gebruikten als „banden"
om er effect van te krijgen, zoo wist Arie
die slechte velden tot zijn voordeel te
maken.
Altijd lachend krioelde hij om en tusschen
alle spelers door, vergat in de meeste ge
vallen, dat hij nog met tien andere, eigen
spelers in het veld stond, dribbelde eenige
malen het veld in verschillende richtingen
over, tot hij eindelijk want o wonder,
meestal had hij den bal nog altijd bij zich
tot hij eindelijk eenigszins vrij voor het
doel kwam te staan. Dan kwam het kritieke
moment, het schot. Arie had een neus
voor de goal, hij rook, waar de goal was.
Ik geloof niet, dat hij een oog voor de
goal had. Hoewel ik steeds achter hem
heb gestaan, ben ik toch bijna overtuigd,
dat Arie, als hij ging schieten, zijn beide
oogen stijf dicht kneep, dan één van zijn
geweldige kogels loste, die zoo menig net
om ten slotte te kijken, waar de bal terecht
was gekomen. En dan lachte hij. Was de wind gunstig en had hij juist geroken, dan
lachte hij breedmaar lag de bal heel ergens anders, dan waar de goal stond, dan
lachte hij, zoo mogelijk, nog breeder.
Arie was de lachende speler op onze velden en daarin is hij minstens even
verdienstelijk ten opzichte van H. F. C., als door al de doelpunten, die hij voor ons
gemaakt heeft. Want hoe zeldzaam zijn ze tegenwoordig in ons voetbal, waarin gevochten
moet worden van het begin tot het einde, waar het publiek en nog veel sterker, jammer
genoeg, de couranten eischen, dat er met allen ernst, als gold het een landsbelang, dat er
met alle intensiviteit gestreden wordt al is het gelukkig als sportief vechten
bedoeld hoe zeldzaam zijn de lachende spelers, die in alle omstandigheden lachen
wanneer ze een goal maken of er een missen, wanneer ze een man den bal afnemen
of hem zelf verliezen, wanneer ze een tegenstander omverloopen of zelf hardhandig
neergezet worden, altijd en alles met een lachend gezicht
hebben doen trillen en hoekvlag ontworteld,
ARIE.