- 16 -
Een jongenshart beter en steviger vast,
Dan zoon woordje, subtiel en toch krachtig?''
Dan komt er de pit in, van kank'ren geen last,
Onze ploeg één geheel, het werkt prachtig!
Arm in arm gaan de jongens dan saam naar het veld,
Ondanks een verleidelijk blaadje,
Waarin heer Gorel ons heel smakelijk vertelt,
Waar je aardappels koopt en een slaatje.
Van Kol schiet het eerst met een kaarsrecht schot
Langs Kaars Sijpesteijn (bijgenaamd Roetje),
't Was 'n pil van belang en het net haast kapot,
Ja, 't begin was 'n hachelijk gedoetje
Dan zetten we Koningh mid-vóór, na half-time
En Ernst op den wing, qua correctie.
En dan wordt ie goed! Dan pakt-ie de lijn!!
En ons forward-spel wordt een perfectie.
Der erfgooiers poorterman stuit dan een bal
En wil juist het leder verwerken,
Maar Arie van Beekum brengt plots hem ten val,
Hij was er al bij voor ze 't merkten.
Zoo blijft het één-één en eerlijk gezeid,
Onze jongens, ze waren tevreden,
Het heeft er gespannen en öf, en geheid,
Maar de „nederlaag" werd hier vermeden.
Contra S.V.V.
De volgende slag was thuis op ons veld.
S. V. V. was de naam van de gasten,
Die, hoewel klein, ons (eerlijk verteld)
Door hun pittige spel zeer verrasten.
Het begin is wat dweilerig, futloos en slap;
Met de score blank gaan ze eerst draaien,
Maar Mies komt dan los, 't is dan uit met de grap
Wie oogst, denkt hij, moet ook gaan maaien.
Twee passes van Koningh bust hij in het doel
Ja, zoo-iets weet je Mies soms te lappen,
Dan zinken we in en ik krijg weêr 't gevoel,
Daar gaan ze, verdeid, weer verslappen!
Op 'n zeker moment ligt 'n man in ons doel
Van de S. V. V.-lui, onze gasten
En Snapper die 't zag, het wirwargewoel,
Gaf goal, wat hem niet en paste.
