122
Die streden voor hun clubWij missen 't vlugge Roe-tje
Ook Wim Reydon viel uit besluit van hooger hand,
Maar ,,IJs~Co" volgt hem op, dat's 't eind van het gedoetje
En „Gé'' vervangt hier Roe, de rappe jonge klant.
Zoo stellen wij ons op en Snapper zal 't befluiten.
Arie speelt subliem, de vijand staat versteld
Hij rent naar 't doelnet heen, om kogelend te besluiten,
Maar de professor zegtdat Arie s goal niet telt
Zoo zegt de wetenschap wel vaker wijze dingen,
Waarvan het duist're doel ons leeken licht ontgaat,
Ons klein benul kan men, eilaas, niet steeds bedwingen,
Veel is er op deez' aard, waarvoor men spraakloos staat.
Mies echter kogelt weer en wordt de blijde vader
Van doelpunt no. 2. Daarmee is 't pleit beslist!!!
De tijd gaat staag al voort, steeds komt de eindfluit nader
En Jaap baart no. 3; „goal'' zegt de fluitist!
Wat binnen is, is binnen, denkt Arie de secure;
Een match is nooit gedaan, voordat je hééngaan mag
En telde de eerste niet! Mij goed, ik ben geen zure,
Maar fok er twee nog bij, da s vier, onthou je dag
Zoo kwamen wij dan toch, na tal van felle strijden,
In d'eerste klas terug en dat was wèl verdiend
Zelfs Heemstee's burgervader, getuige van ons lijden,
Schenkt de H. F. C. 'n krans en toont zich onze vriend.
Bij Brinkman komen dan de oudjes weer te samen,
De Pelt en Sminia en Tinus, Citters, Swens,
De Breuk was er ook bij, Muiier, ja weet ik al die namen,
Der spelers van weleer, nu zwaar aftandsch en lens
En Snor speecht op de ploeg, hij dankt voor 't trouwe zwoegen,
Dan zeult men vruchten aan, ik meen 'twas een wagon
Supporters' koningsgift, gewijd der ploeg der ploegen,
Die 't stoute stuk volbracht, het doel bereiken kon.
V. V. A,—H. F. C.
Een traan ontrolt mijn oog, bij 't schrijven van die woorden.
Ach Wijlen V. V. A., gij eens geducht legioen,
Verbleekt is het gebeent' van hen, die er toe hoorden,
Sors Rust, Sors Jurgens ook, eens onze ijskampioen.
Nog sleep ik 't veege lijf langs 's Heeren smalle wegen,
Ik overleefde hen, schreeuw nog slechts langs de lijn,
Ik ben nu oud en stram, niet snel meer in 't bewegen,
Pruts nog wat met de pen, mijn trouwe veder mijn.
Ter zake echter nu. De laatste onzer kampen
Was tegen V. V. A., herboren uit 't verlêen
't Was zonnig en warm weer, men zag de jongens dampen
Des fiscus' schroef klemt vast, ja 't was bepaald gemeen,
I