WIM REI)DON
B'l het neerschrijven van dezen naam gaan onwillekeurig heele geslachten H. F. C.'ers
aan mijn geest voorbij en blijf ik even stilstaan bij één dier figuren in onze Good-
Old, die door zijn eenvoud en bescheidenheid nauwelijks naar buiten opviel. Wim zocht
geen populariteit, hield zich steeds op den achtergrond, maar wist zich juist daardoor
én bij zijn elftalleden èn bij zijn clubgenooten zoo enorm bemind te maken.
's Zondagsmorgens op H. F. C.
Als zoovele H. F. C.'ers stamt ook hij uit een echt voetballersnest en werd, evenals
ondergeteekende, door zijn broers in de geheimen der voetbalkunst ingewijd.
In veel opzichten leek zijn spel op dat van zijn broers behalve op één punt en dat
wasmoed. Wim kende, in tegenstelling met Geert, Leen en Ernst, geen vrees.
Hoewel hij tenger was, gooide en slingerde Wim zich voor de voeten van de grootste
en sterkste tegenstanders.
Hij bezat een bijzondere stijl, welke men zelden of nooit op onze Hollandsche
velden kan aanschouwen; met een snelheid en katachtige taaiheid wist hij zijn tegen
standers meestal te overrompelen. Hij behoorde tot die lastige halfbacks, die men op
weg naar het doel niet alleen nooit kwijtraakt, maar minstens eenige malen tegenkomt.
Was Wim in vorm, dan bracht hij de tegenpartij gewoon tot wanhoop. Hij was
een zwoeger, een stille werker, die gedurenden den wedstrijd nooit een mond open
Leen, Karei, Jeantje en Wim.