m
BIJ DEN AANVANG VAN 1925
NOG een kort oogenblikje en wij staan aan het zooveelste jubileum van onze Good-
Old H. F. C. Nog enkele maanden en onze club bestaat 45 jaar, een jubileum wat
eenig is in de voetbalbeweging.
Het is niet mijn bedoeling om de geschiedenis van de H. F. C. te gaan ophalen;
het prachtige, waardevolle jubileumboek van 1919 is niet te benaderen. Doch wél
weet ik, dat het voor allen een veel aangenamer taak moet zijn iets voor dit boekske
te schrijven, dan vijf jaren geleden. Wie herinnert zich niet die angstige jaren van
1919/20 en later, toen onze club worstelde met den moed der wanhoop om het hoofd
boven water te houden in de eerste klasse. Toen de mislukking, de onherroepelijke
degradatie, de verdere afzakking in de duistere onbekendheid van het competitie-leven.
Holland—Zuid-Afrika (21).
Hoe hebben wij in stilte gesmeekt, dat toch onze beste club behouden mocht blijven
en niet het voorbeeld volgen van R. A. P., Volharding, Ajax (L.) en andere. Met hartepijn
werden harde woorden gelanceerd aan het adres van de bestuurderen èn elftalspelers
en werden bovendien teedere woordjes gefluisterd, doch het hielp niet.
Wij hadden personen noodig met voetbalkennis en bezieling en die kwamen, juist
toen het lot van H. F. C. bezegeld scheen Scheen, ja, want toen kwam toch Kuipers
.V
Denis, Géjus met de mascotte en Snouck Hurgronje betreden het terrein (Nov. 1924).