137
Bertus en Henk van den Berg; wat zal ik meer namen nog noemen!
In het kleedlokaal is Bart druk bezig de beenen
Los te makenhij wrijft, kneedt, trommelt, smeert embrocation.
Hier nog een enkel betast, een knie bijgewerkt, en weldra
Komen de spelers op 't veld, begroet met een welkomst-applausje.
Spoedig weerklinkt dan het sein van den man, ervaren in 't leiden.
Mies neen, 'k geef geen verslag. De ruimte zou mij ontbreken,
Alle schoten te noemen, die Géjus kans zag te houden
Haarfijn U te beschrijven het stevige spel van den captain
En het vlugge beweeg van Japie; het zwoegen van Engel,
H. F. C. in 't Stadion.
't Glijdend redden door IJsco en 't zuivere koppen van Fritsje;
't Spel van de aanvalslijn Wiet, Arie, Ernst, Mies en Wouter,
Hoe zij renden en plaatsten en trachtten het doel te doorboren
Daverend klinkt het applaus bij keurige staaltjes van voetbal
Door beide ploegen vertoond. Zonder goals schijnt het einde te komen.
Daar gaat Arie plots er vandoor en een gloeiende kogel
Vliegt van zijn voet in het net. 't Gebrul is in Haarlem te hooren
Dit beslechtte het pleit en dra was de zege bevochten.
Uitgelaten van vreugde verdringt het publiek der tribune
Zich bij het hekje, waardoor de spelers het veld gaan verlaten.
Een ovatie weerklinkt voor de ploeg, die zoo kranig getoond heeft,
Géjus redtBlauw-Wit H. F. C 3 2, (seizoen 1924-'25).
