1( Wat wij echter moeten blijven behou goeden oefenmeester, gesteund door de vo plaise de pedante en m.i. niet meer dan congres) blijven trainen (d.i. in hoofdzaak 1 elkander verdragen en de menschen datgen ze de moyens en de affecten bezitten, spelers de plaats laten innemen, die hun toef zich om der wille van de belangen en uit vangen. Wij moeten ook wel in het oog België—-Holland (1- EL VAN DE CLUB. Ja, al die regentenvrouwen Staan heur mannen aan ons af, 't Kan mij soms wel eens benauwen, Voor die offers sta ik paf. 't Zwakk're deel wil 'k hulde brengen, Hulde aan den wakkeren geest, En 'n dronk wil ik hier plengen, Aan u allen, rank van leest Ali, Aatje, Ida Neije, Annie O ik vraag pardon 'k Dacht maar aan dat schaatsenrijden Corrie B stop 't loopt me om. Nico's vrouw, die steeds ten drempel Van haar gastvrij huis ons noodt, Gij, gij allen draagt den stempel Van den clubgeest mooi en groot. Snor Sijpesteijn zich het presidium liet welgevallen, zéér bedenkelijk was en weer kan keeren, maar dat men een dergelijke wederopbouw niet gemakkelijk ten tweeden male in 'n jaar of drie tot stand brengt. Wat onder Snor's presidium is geschied, was 'n krachttoer. Vergeet ook niet, dat men minder inspanning behoeft om op 'n zeker standpunt te blijven staan, dan om zich uit 'n veel dieper gelegen niveau weer omhoog te werken. Indien ik mij niet bedrieg, zullen wij in de Ie-klasse blijven en het seizoen 1925- 26 dus weer als Ie klassers beginnen kunnen. Het is mijn hartgrondige wensch, dat de spelers, die zich zooveel moeite voor het behoud van dit immer fictieve doel stellen, de noodige energie en het saamhoorig clubgevoel zullen bezitten, om zich op die hoogte nog jaren lang te mogen handhaven. Den Haag, 20 Januari 1925. W. J. H. MULIER. Ét De beruchte bal, die Géjus zoo van de kook bracht tj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1924 | | pagina 23