21
HET STERKSTE DEEL VAN DE CLUB.
Soms, als kleine „hupsters" later
Plechtiglijk verhuwelijkt zijn,
Wordt de held 'n vette pater,
't Slanke jong 'n magere Hein.
„Hij" wil blijven veteranen
„Toe zeg, schei er nou mee uit
Smeekt zij, maar de oude kranen,
Blijven wagen d'oude huid.
Brave voetbalmeisjes geven
Aan heur club en aan heur man
Een vrij gróót deel van haar leven,
Zooals 'n vrouw slechts geven kan
En héél dankbaar zijn wij, leden,
Mien bijvoorbeeld, Kareis vrouw,
Voor wat zij en anderen deden
Met heur clubgeest en heur trouw.
Ja, al die regentenvrouwen
Staan heur mannen aan ons af,
't Kan mij soms wel eens benauwen,
Voor die offers sta ik paf.
't Zwakk're deel wil 'k hulde brengen,
Hulde aan den wakkeren geest,
En 'n dronk wil ik hier plengen,
Aan u allen, rank van leest
Ali, Aatje, Ida Neije,
Annie O ik vraag pardon
'k Dacht maar aan dat schaatsenrijden
Corrie B stop 't loopt me om.
Nico's vrouw, die steeds ten drempel
Van haar gastvrij huis ons noodt,
Gij, gij allen draagt den stempel
Van den clubgeest mooi en groot.
PIM PERNEL.
H. F. C.—Stormvogels (1—1).
Als Arie nadertHoevele netten deed hij al trillen
„Sneeuwwitje" zeker van een goal, lacht al(Seizoen l924-'25).