- 29 Jhr. Mr. van Doorn bood namens B. W. van Heemstede een gouden medaille aan, de H. V. V. een dito plaquette, H. B. S. een oorkonde. Een dames-comité bestaande uit: Mevr. v. d. Mersch Holtz, Mevr. Francken Oolgaardt, Mevr. LotsyVriesendorp, Mevr. MollerusHoltz, Mevr. Kaars Sijpesteijn Stades en Mej. Seignette, kwam naast een voorzittershamer bovendien een schitterend geborduurde vlag aanbieden. Het H. F, C.-strijkje, onder leiding van Fr. van Maas, vervroolijkte het geheel. Roos, onze trouwe Roos van bij de kleedkamers, Roos, die vijf en twintig jaren de Good-Old gediend had, ook Roos vergat ons niet en de H.F.C. huldigde hem natuurlijk wederkeerig op gepaste wijze. En thans, weer vijf jaren later, staat Roos nog op zijn post; dat we jou daar nog mogen vinden op ons gouden feest, Roos, is de wensch van de geheele H. F. C. Des avonds na de receptie volgde het cabaret met na afloop bal. Na de openings rede van Karei een „vlotte" één-acter van Mej. Michelsen en den heer Landzaat, daarna goocheltoeren van Josselin de Jong, dan tribune-scènes, die van het eerste uit het brein des Heeren Schuil, terwijl de uitvinder van die van het tweede elftal er nog steeds niet voor uit durft te komen, vervolgens pauze en nog eens pauze, en tenslotte het hoofd-stuk de „Voetbalmaniakken", ook van den Heer Schuil. Een en ander werd natuurlijk be sloten met een bal, souper enz. en den volgenden dag hadden enkele honderden passagiers katterige oogenblikken, maar toch door alles heen, herinneringen aan een geslaagd feest. 't Lijkt zoo bezien wel, (en dit vooral voor de jongeren van thans) dat wij niets anders deden dan pret maken, maar heusch door die feesten zijn er weer heel wat vriendschapsbanden aangeknoopt en hebben later zeer vele feestgangers pas goed begrepen, hoe juist de woorden van een onzer oud-leden, aan den feestdisch uitgesproken, waren „Mijn geheele leven heb ik beseft, hoe 'n voorrecht het voor mij was H. F. C.'er te zijn geweest en tevens welk een aanbeveling het voor mij wasmaar thans weet ik ook, hoeveel meer de H. F. C. mij gaf, dan ik ooit haar in plaats daarvoor gegeven heb". Na deze festijnen dient gememoreerd, dat op 21 November van den jare 1919 de wedergeboorte plaats vond van ons clubblad. Dat dit geen overbodige luxe was, blijkt wel uit 't feit, dat het zich tot op dezen huidigen dag heeft kunnen handhaven. Henk de Jong werd uitgegeten op 26 October, een week vöör zijn vertrek naar Indië. Bij het verschijnen van dit boekje zal Henk wel zoo om en nabij repatriëeren en bij het lezen van deze uitgave zal zijn hart nog wel eens opengaan, als hij tot de ont dekking komt, wat hij gemist heeft. Hoevele kampioenschappen zijn niet behaald, hoevele overwinningen moesten niet gevierd worden en hoevele nederlagen waren door ons niet gemakkelijker gedragen, als Henk er bij was geweest. Maar 't is beter zoo, de H. F. C. is weer sterker geworden en Henk is een groot man in de warme oorden. Nog is hij, naar ik meen, ongetrouwd, maar ik vrees het ergste voor hem, als hij de soliditeit van het tegenwoordige eerste elftal zal gewaar worden. De tijden van „de Dood" en „Dief" zijn voorbij. Alvorens over te gaan tot de bespreking van de competitie-wedstrijden ('t moet wel, maar om al die narigheid nog eens door te maken, valt lang niet mee), zullen eerst enkele personen en feiten genoemd moeten worden. En dan van de personen wel aller eerst Karei Lotsy, die in dit seizoen den voorzittershamer handteerde. In dien tijd regende het briefkaartjes en brieven, goot het telephoontjes, hagelde het telegrammen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1924 | | pagina 33