De voorgeschiedenis van H. F. C.'s REVIVAL
1921-1922.
pEBRUARI 1924.
De toestand van H. F. C. op het ranglijstje der Overgangsklasse verslechtert met
iederen Zondag. Nederlaag op nederlaag, verdiend of onverdiend. Redding was niet
meer mogelijk, de degradatie een voldongen feit.
Voordien had ik naar Karei in Dordt geschreven: „Dat gaat zoo niet langer. Dat
we degradeeren is beroerd, maar dieper te zakken dan de 2e klasse, met een einde als
R. A. P. of Volharding is niet noodig, wanneer er slechts wordt aangepakt en de leden
H. F. C.-D.F. C.
den ernst van den toestand beseffen. Dat we degradeeren naar de 2e-klasse, acht ik
zelfs beter, want dan zullen zij, die nog wat voor „the Good-Old" voelen, mede de
handen in elkaar slaan tot het bereiken van ons ideaal".
De XI-talcommissie was absoluut van „de kook", wijzigde voorhoede in achterhoede
en omgekeerd en wist after all zelf niet meer, hoe er uit te geraken.
Persoonlijk stelde ik me tevreden met een plaatsje in het tweede, opdat ik me eens
aan het jongere „goedje" zou kunnen wijden. We speelden prettige wedstrijden en er
begon zoo langzamerhand systeem in hun spel te komen. In dat tweede debuteerden
toen Ernst Reijdon, v. d. Meulen, Adelink, Engel Jr. en Sr., Guusje en Karei Daniels,
die alleen maar kon „omhalen", Jo Lamp e.a. We wonnen wedstrijden en m'n knieën
hielden zich wonderwel.
Eijsvogel, alias IJsco, in één zijner bekende standen. (Seizoen 1923-24).