ik zelf ben. Het was in 1902, toen ik voor het eerst met de H. F. C.'ers kennis maakte
en schrik niet lezers, dat was in Zutphen. Op een van die helaas uit den tijd ge
raakte voetbaltournooien, die seriewedstrijden heeten. Het was het tweede elftal,
toen in zijn glorietijd, dat aan deze door Be-Quick georganiseerde wedstrijden deelnam.
Er ging een geweldige roep van dit elftal uit en daarbij was het omgeven, in het oog
van ons Oosterlingen, met een aureool van geheimzinnige, fijne kracht, waarnaar we
hunkerden om het te zien en dat we gelijkertijd vreesden. Ik zie ze nog binnen komen
in het kleine sociëteitszaaltje. Ze bewogen er zich zelfbewust en toch eenvoudig, maar
ze brachten er onverbiddelijk hun eigen prettige en toch gedistingeerde sfeer, en je voelde
het als jong voetballer zoo goed, dat was een club. Ik heb zelden een wedstrijd gespeeld
HOE EEN BUITENSTAANDER H. F. C. EN DE
H. F. C.'ERS ZIET
Het is niet eenvoudig om als buitenstaander in een paar woorden je indruk te geven
van een club als H. F. C. En toch eigenlijk ook weer wel, omdat de club zoo weinig
samengesteld is; H.F.C. en de H.F.C.'ers demonstreeren zich volkomen natuurlijk, open
en eerlijk. De club is nu 45 jaar en gelukkig voor mij nog juist iets ouder dan
Was 't een penalty, Bis
H.F.C.-Z F C. (2-2).
V.l. n.r.Brugman (masseur). Eijsvogel, de Koningh, Steenhouwer, Reuvecamp Gille, v. d. Meulen. C. G. v. Houten,
E. Reijdon, Vries, P. v. Houten (grensrechteri, v. Bisselick (scheidsrechter), v. Beekum, H. Engel.
Knielend Miezérus.