EEN HOLLANDSCHE SPORTMAN
£)AT met het wassen der populariteit van het voetbalspel, dat met het verontrustend
groeien der belangstelling van den kant der dagblad- en illustratiepers als noodlottige
aankleve daarvan, ontstaan is een categorie van, wat men zou kunnen noemen, voetbal
acteurs, dienen wij, als een onafwendbaar kwaad, gelaten te aanvaarden.
De scheidsrechterhoe dikwijls niet armzalig ridder der droevige figuur, noodlottig
slachtoffer van eerzucht, maar lafheid tevens; de grensrechter, prutsend in zijn kwasi-
onpartijdigheidde spelers, would-be heeren met blasé snuitwerken, zoogenaamd
ongevoelig voor gejuich der tribuneklanten als aanbeden kalveren het speelterrein
betredende, gefotografeerd en belauwerd, om straks bij achterstand hun waren aard in
al hare schouwe bruutheid te vertoonen, ziedaar droeve zaken, die het bestaansrecht
van een instituut als de Corinthians, zooals dit metterdaad beoogt de zuivere sport
beoefenaars te concentreeren, wel ten volle rechtvaardigen.
Mijns ondanks vloeit mij deze boutade uit de pen, nu ik Frits Kuipers gedachtig
ben en herdenken wil als een der voornaamste stuwkrachten en hefboomen, die H.F.C.
in de afgeloopen periode uit den modder hebben gehaald. Immers wat wist deze
aanvoerder van ons eerste elftal, aanvoerder niet alleen naar den titel, maar ook in
feiten, ten allen tijde toch duidelijk te demonstreeren, dat werkelijk de huidige omstandig
heden, de felle strijd om het bestaan, ploertigheid en bruutheid geenszins verontschuldigen,
laat staan noodzakelijk maken. Van het eerste oogenblik, dat hij voor een wedstrijd het
veld betrad, tot het moeizame uitblazen in de kleedkamer na behaalde zege of geleden
nederlaag, bleek uit alle uitingen, uit alle gedragingen, van welk slag deze gentleman-
player was.
Zaagt ge ooit een spoor van aanstellerij bij Frits, hetzij in particulier gesprek, hetzij
bij de openbare wedstrijdvertooning heeft hij ooit al dreigend geappelleerd onder
handgebaar en rauwe kreten voor denkbeeldige overtredingen naamt ge ooit waar, dat
hij door geniepig ruggeduw of vunzig nagetrap voor geleden echec zich trachtte te wreken,
kortom geraakte deze ware aanvoerder ooit uit zijn rustig evenwicht en zoude, zelfs
maar een oogenblik, de gedachte bij U hebben kunnen oprijzen, dat de beschaving, de
eerlijkheid van dezen speler slechts aan de oppervlakte lagen en niet uit zijn binnenste
voortkwamen? Aldus mochten wij hem op het slagveld vol vereering en waardeering
jaren lang aanschouwen.
En in den omgang zeker „eerlijk, moedig, blij maar ook eenvoudig en ruimdenkend.
„Men weet met een heer te doen te hebben", zeide iemand mij eensja, maar
meer nog met een mensch met een hart en een hoofd, een hart vol belangstelling voor
de nooden en zorgen van anderen, een hoofd, waarin logisch verstand en intellectueele
zin hun zetel hebben.
Kuipers, man, ik sag je vaeren,
Stueren dwars door 't barnend tij,
'k Sag je oogen hei-blauw klaeren,
Immer eerlijk, moedig, blij.
PIM PERNEL.