Voeg hier een enkel, niet onvermakelijk trucje aan toe, als het onverwacht door
laten loopen van een bal over de achterlijn of een plotseling terug spelen op den keeper
en ge hebt alles, wat Nes U te vertoonen gaf.
Het geheim van zijn succes zat dus allerminst in de schoonheid of elegance van
zijn spel, integendeel het maakte dikwijls een slordigen, plompen indruk; maar zij, die èn
t voetbalspel èn Nes kennen, weten, dat koelbloedige kalmte en groote ervaring en
routine Nes tot een speler hebben gemaakt van belangrijke beteekenis voor de H. F. C.
Wat zijn voetbalcarrière aangaat, citeer ik uit een particulier schrijven van Karei
Lotsy: „Nes speelde al in 1910-11 onder mijn hoede in H. F. C. V en VI, kwam
later in het 1ste (een reuzenpromotieblijkbaar sloeg hij dus 4 a 5 elftallen over.
Kees), schitterde tegen Blauw-Wit (1—0 voor H. F. C. in Amsterdam), verdween weer
naar Indië, om tegen W. F. C. (41 voor H. F. C. op ons veld) na zijn terugkeer
direct weer met ons mee te doen, dat was December 1921".
Onze revanche.
Uit de statistiek van ons roemrijk seizoen 1922-'23 noteer ik nog, dat Nes van de
22 competitiewedstrijden er slechts twee verzuimde.
Ge ziet, vriendelijke lezer, even sober als Nes' geheele verschijning is 't overzicht
van zijn staat van dienst. Het doet er trouwens weinig toe, want ook zonder dit zullen
wij dezen forschen beschermer, dit hechte bastion, dat de H. F. C.-veste van veel gevaar
gered heeft en tegen talrijke aanvallen beschermde, niet vergeten en hem blijven eeren als
een goed speler, een eerlijk en eenvoudig sportman, een aangenaam, jolijtvol kameraad.
Haarlem, 17 Maart '25. KEES.
Wouter en Henk in den Haarlem—H. F. C.-wedstrijd, welken de onzen met 60 wonnen (seizoen 1924-'25).