- 85 - Zoo nadert zoetjes aan het eind, de puntjes zijn gedeeld. Zeg jongens onder ons gezeid 't heeft heusch niet veel gescheeld. Nico's kar is boordend vol, 't gaat weer op Haarlem aan, 't Was 'n zware sjouw geweest, de dagtaak was gedaan. Arie, Mies en Loos tezaam laten zich lekker slepen, Maar halt! zoo klinkt 't dan opeens en Mies wordt vastgegrepen. De „sterke arm" greep machtig in en Mies zal moeten brommen, Toch leuk die „draw", gelijk! zeg lui! De rest kan ons niet bommen. Sint Bavo was dien dag met ons, want ook Hollandia Speelde, God lof, dien dag gelijk. Wij leiden nogHoera Weer gespen wij ons harnas aan, met onze clubgenooten, En trekken vergenoegd, vol moed, naar 't argelooze Schoten. Angstwekkend is alweer 't begin, want Nes is niet present, Zijn „bullen" zijn, zegt men, vaak zoek (we zijn dat zoo gewend). Schoten. De edele Snor schoot toe, terstond, uit nobel Clubgevoel, Bood Nes heel kalm zijn schoeisel aan met 't oog op 't goede doel. Nu nog voor Nes een kousenpaar Een edele Schotenaar Rukt ze spontaan van 't eigen lijf; Hosanna! Nes is klaar! Miezérus maakt thans vlug weer goed, waar hij in Velsen faalde En kanjert stevig in het net. (De brave jongen straalde!) Arie was nog altijd ziek, maar Kuipers? Hij brilleerde, Terwijl hij almaar met z'n hoofd, steeds weer den aanval keerde. Veerkrachtig is zijn fiere kuif, 't is net een pommerans, Hij zet die kuif steeds op met kracht en mist geen enkele kans. Wij wonnen met 20 en Hollandia verloor dien dag op het Edo-veld met 52. Onze kansen stegen met 100 (seizoen 1921-'22).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1924 | | pagina 89