VAN DEN TEEKENAAR. MET PERMISSIE JK zou wel eens willen weten, hoeveel stukken ik al geschreven, hoeveel teekeningen ik al geschrapt heb, voor clubbladen van voetbalvereenigingen, voor jubileums-uitgaven, voor tennissende grootmogendheden, voor manege s, kegelaars, zwemmers ik weet het niet. Den tel ben ik allang kwijt en dan stel ik er prijs op nebenbei nog den kost te verdienen, wat toch geen overdreven egoïstisch standpunt is, wel 1 en als dan net Sparta een bijdrage vraagt voor „de Spartaan", als D. Hans me komt vertellen, dat ik in het N. V. B.-boek niet mag ontbreken nou dan krijg je 'n briefkaart van Karei Lotsy „Don t forget good old H. F CA"... en weiger Karei Lotsy eens wat „Wou je een geteekende of een geschreven bijdrage „Allebei" zegt de bescheiden „Homme qui rit" „Wat dacht je dan?" en lacht daverend en aanstekelijk. En zoo, Mijneheeren H. F. C.'ers, zit ik nu te schrijven voor H. F. C. Het is een malle gedachte, want als ik aan H. F. C. denk, zie ik voor me: Lotsy en van der Meulen natuurlijk, één Reydon, en dat is zoowat alles, wat er aan persoonlijkheden in m'n memorie staat o ja, de rector nog, en Muiier en Nico Bouvy. Nu, het wordt zoo langzamerhand al een aardig kudde tje. Je zoudt trouwens over ieder hunner een novelle van 50 pagina's kunnen schrijven maar dat is nu de bedoeling niet, t moet korterzei Lotsy, toen we gezellig zaten te dejeuneeren in t Dordtsche „Amicitia", een chique sociëteit, tous mes compliments, al was er net één zaal bezig zich, al instortend, in factoren te ontbinden. Nu treed ik met plechtig gebaar naar m'n boekenkast, en haal er het H. F. C - boek 1924 uit. Wellicht zal het me inspireeren Ik heb het heelemaal doorgebladerd. Ik vond er een teekening in van Bouvy, door uw onderdanigen dienaar. Nu herinner ik me opeens weer, dat ik m maakte. Lang geleden. Leo Lauer moest en zou iets hebben voor het volgende nummer van z n blad. Ik weet nog „het moest 's Maandagsmorgens vroeg in Amsterdam zijn". Ik teekende gauw Bouvy, die toen H. F. C. in bange uren met z n jawel, talenten, maar vooral met zijn persoon en zijn vertrouwen-wekkende toewijding te hulp snelde, omdat het zoo beroerd bergaf ging. En omdat ik dat zoo n aardige, kloeke daad vond, van iemand, die geen jochie meer was, heb ik m geteekend midden-in bloemen en applaus, 't Is niet veel moois geworden, maar 't was goed bedoeld als een onderscheiding En ik herinner me óók. dat er een dubbeltje porto op het rolletje moest, en dat ik niets bezat, als een postzegel van 35 cent. Hoe ben ik in hemelsnaam ooit bezitter geworden van een postzegel van 35 cent Ik weet het niet, maar 3LX te duur is Bouvy naar Amsterdam gegaan en Dinsdags stond hij in t blad. „Bedoeld als onderscheiding vraagt U Ja Al mijn caricaturen heb ik bedoeld als onderscheiding. Want al veroorloofde ik me vaak weinig respectvolle variatie's op de physionomieën mijner slachtoffers, ik meen toch nog altijd, dat het een eer is, als je waard bent, dat er een lijnlolletje met je toetje wordt gemaakt. Teeken je caricaturen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 139