R. C. H. was juist gepromoveerd naar den toenmaals beruchten „Overgangterwijl de
H. F. C. toen een slechten tijd doormaakte en juist gedegradeerd was naar dat onmogelijke
instituut.
Ondanks de concurentie, die H. F. C. vanaf dat moment in Haarlem te duchten
kreeg, bleven die juiste sportbegrippen bestaan, en wat meer zegt: „H. F. C. BLEEF
ZICHZELF", ook toen van de „Overgang" degradatie volgde naar de tweede klasse.
Juist dit laatste is het, waarom ik voor H. F. C. zooveel bewondering heb.
Meer dan eens is het reeds gebeurd, dat clubs juist in zulke omstandigheden zich
weliswaar weer wisten op te werken, doch ten koste van het cachet van de club.
Nogmaals, daarom heb ik bewondering voorH.F.C., omdat zij, zoolang ik haar ken,
een afzonderlijke plaats heeft ingenomen in de Haarlemsche en in de Nederlandsche voet
balwereld.
Het kan trouwens niet anders. Bepaal ik mij slechts tot hen, die gedurende de laatste
jaren het roer in handen hebben, of hebben gehad, en noem ik dan van hen alleen maar
den huidigen Voorzitter Dr. Spoelder en één zijner voorgangers den Heer K. J. J. Lotsy,
dan is het voor eiken insider duidelijk, dat deze bewering juist is.
Dat zichzelf blijven alleen is reeds een prestatie, die wellicht nog meer beteekenis
heeft dan het behalen van een voetbalkampioenschap.
Het is naar mijn meening ook daarom, dat H. F. C. met groote vreugde en trots
haar vijftig-jarig jubileum zal vieren, ook al heeft zij gedurende de laatste jaren, misschien
wel juist daarom, in haar sportprestaties niet altijd aan de spits gestaan.
Ik wensch H. F. C. bij haar vijftig-jarig jubileum van harte geluk en spreek de hoop
uit, dat zij zich in de nu volgende decennia in denzelfden geest zal weten te handhaven,
als sieraad van het Haarlemsche voetbal in het bijzonder en van het Nederlandsche
voetbal in het algemeen.
Haarlem, Mei '29.
H. SCHEEN.
Voorzitter R. C. H.