BELOFTE
Hier zit ik te midden der Brabantsche vennen,
Schilder en teeken, schrijf er met lust,
Kan aan het vacantie-gelummel nooit wennen,
Maar HET BOEK laat me hier geen seconde met rust.
Ons „Orgaan volgt me hier en ik lees het getrouwe,
Mijn oog ziet 'n naam en ik lees dubbel snel
Arie gaat weer aan den slag, gaat weer sjouwen
Zou het heusch waar zijn, staat het er wel
In negentien dertig zal de club t wel weer houwen,
Arie-Kanon, wees welkom in 't veld
Pil ze, zeg, kanjer ze tusschen de touwen
Hoe hebben we het zonder jou ooit gesteld
In Utrecht, het is al weer 5 jaar geleden.
Toen maakte je eens zes goals, hèèl alléén
Wat je gisteren kon, dat kan je ook heden,
Jij, Arie, jij stoomploeg, zoo stevig ter been
Zet ze d'r achter die mokers van pooten,
Die je weelde steeds droegen en waar t m in zit
Klief er door heen, schop die netten tot mooten,
Speel weer je tank-spel, vol doorzet en pit.
PIM MULIER.