- 203 -
Een enorme menigte kwam opdagen om Ajax aan te moedigen en om eindelijk
weer eens een goede match te zien. De aanmoedigingen gaven niet veel, want de
Amsterdammers kregen met 2—1 hun zooveelste nederlaag te slikken.
De twee achtereenvolgende wedstrijden tegen Hilversum leverden ons liefst vier
punten op (1—4, 3—2), terwijl op de U.V.V.'ers duchtig wraak werd genomen voor de
in Utrecht geleden nederlaag. De uitslag was officieel 7—1. Mies deed zich van zijn
beste zijde kennen en scoorde vijf maal achter elkaar. Daarna vond hij het welletjes
en liet de eer aan Hein, die Balt driemaal het nakijken gaf. De arbiter meende echter
België Nederland (3—1) Antwerpen, 5 Mei 1929.
bij de laatste goal een fout te zien, zoodat deze niet toegekend werd. Tijd ontbrak
slechts om Hein gelegenheid te geven zijn goal-average te verbeteren
Met nog drie wedstrijden op het programma was er nog een slappe kans om
kampioen te worden, tenminste als Sparta zoo vriendelijk zou zijn in vijf wedstrijden
drie punten te verspelen. Waar de Rotterdammers hier niet aan dachten en wij, zij
het dan ook met bescheiden cijfers, tweemaal van de Racing verloren (2—1 en 2 3)
plaatsten wij ons ten slotte door een onverwachte 2—1 overwinning in den Haag tegen
V. U. C. nog vierde, welke plaats ons ook werkelijk toekwam. Hiermede willen wij
niet zeggen, dat A. D. O. en R. C. H. bepaald sterker waren, maar ook niet, dat wij
nu definitief de meerderen waren van V. U. C. en Hermes D. V. S. Dat benauwde
overwinninkje in den Haag, waar Hempie plotseling Hein moest vervangen (hij kleurt
er nog van, als je hem er over spreekt) vergoedde de onverdiende nederlaag aan de
V.l.n.r.H. v. Kol, H. G. v. Resteren, J. Halle, G. H. v. Heel, C. W Kools, W. Tap, H. Wamsteker,
J. v. d. Griend. G. J. Landaal, A. IJ. v. d. Meulen, E. Bakhuijs.