204 - Spanjaardslaan tegen onze stadgenooten, daar wij toen zouden gewonnen hebben, als Gejus, die zich voor zijn doctoraal prepareerde, op het tapijt verschenen was. Het geheimzinnige T verbond werd ontbonden, nadat de twintig punten vergaard waren. Door het vlotte verloop van de laatste wedstrijden waren we nog juist bijtijds klaar om van Eeghen zijn pitchje te laten uitgraven, voordat de mooie Mei-maand begonnen was, al moest het Haarlemsche Kampioenschap er bij inschieten. Het tweede elftal deed niet veel fraais. Het begin was best, veel te goed zelfs en na drie wedstrijden hadden de jongelui met 6 punten de leiding. Tenslotte moesten ze nog maar afwachten, wat Blauw-Wit en Spartaan zouden doen, om aan degradatie-wedstrijden te ontkomen. In den eindstand werden ze echter nog net boven deze vereenigingen geplaatst. Ook de overige elftallen gaven niet veel reden tot bewondering. De meeste competities werden niet uitgespeeld, daar wedstrijden, die van geen belang meer waren, wijselijk werden afgelascht. Heel aan het slot van het seizoen werd onze voorzitter, door het overlijden van den heer Bronkhorst, in de Commissie van Beroep gekozen, welke onderscheiding slechts de ingewijden in ons voetbalwereldje ten volle kunnen waardeeren. Karei Lotsy zocht het verder weg en werd door den Koninklijken Belgischen Voetbalbond als „représentant accrédité in Nederland benoemd, terwijl de Belgische Kampioenen, de R. Antwerp F. C., hem het Eerelidmaatschap aanboden. Thans wordt er met man en macht gewerkt om de feesten van September zoo goed mogelijk te doen slagen. Karei bevolkt „de H. F. C.'er" met inzamellijsten, Clinge Doorenbos rijmt zijn reuze- rijmen, Jan Feith zoekt zijn oude herinneringen op, Pim Pernel, die niet meer zoo geregeld voor ons lijfblad kan schrijven, is aan het Thomasvaeren en Pieternellen, de liefste meisjes van Haarlem en Omstreken laten haar racket in den steek voor de repetities, de secretaris pent een uitgebreid jaarverslagje, de penningmeester telt zich blauw aan de te kort komende gelden, de voorzitter houdt een wakend oog op alles, schuiert zijn „hooge zije" vast op en laat zijn haren reeds inkorten en ik slaak een zucht, dat ook dit jaarverslag nog tijdig gereed gekomen is. v. L.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 208