226
oude steunpilaren zijn ons trouw gebleven wij hebben aan terreinaccomodatie het
noodige moeten doenwij zijn mede slachtoffer geworden van den overmatigen concur
rentiestrijd op het voetbalveld en wij hebben ons ook moeten voorzien van een trainer
en meerdere betaalde krachten, waar men vroeger niet over dacht. Gelukkig bleef een
en ander binnen de perken, in tegenstelling met wat men elders wel kan waarnemen
en zoo van tijd tot tijd eens hoort.
Nu zegt men wel eens stilstand is achteruitgang, maar in onze voetbalwereld is
in de laatste jaren van stilstand geen sprake geweest, maar of men over de geheele
linie daarom zou mogen spreken van vooruitgang, zou ik niet gaarne willen bevestigen.
De Bestuurs-Six bij de Onderlinge Wedstrijden in 1929.
Het meer gemoedelijke gaat hoe langer hoe meer verlorenonze vereenigingen zijn
dikwijls te vergelijken met kleine maatschappijtjes, bestierd door onbetaalde krachten,
die vóór alles kijken naar het behoud van het le-klasseschap. Het is wel bijna onnoodig
te zeggen, dat daardoor het „oude" karakter verdwijnt en met groote dankbaarheid
mogen wij, H. F. C.'ers, wel eens dubbel en dwars onderstrepen, dat The Good Old
zich tot dusverre in dat opzicht zeer gunstig heeft onderscheiden. Met weerzin moet
men feitelijk staan tegenover al die scharrel-bewegingen in de voetbalwereld, die men
tegenwoordig bijna iedere maand kan lezen of hooren, om nog niet te spreken van al de
fraaiigheden, die binnenskamers worden bekokstoofd. Te veel wordt misschien nog wel
met den mantel der liefde bedekt. De gevolgen zullen echter niet uitblijven. Zelfs dat
slechte zaad komt op, al duurt het wat langer. Met ijzeren energie moeten onze
hoogste voetbalautoriteiten regeeren, anders zal men binnen afzienbaren tijd de ge
volgen eener slappe regeer-politiek ondervinden. Onverbiddelijk dient men m.i. te
staan tegenover alles, waaraan een corruptief luchtje zit. En wat geldt voor ons
V. 1. n. r. J. v. Eeghen. R. D. Jongeneel, R. Engelberts, Dr. C. Spoelder, A. v. Lennep, P. C. Hagenaar.