- 227 -
landelijk bestuur, geldt ook voor ons vereenigingsbestuur, voor de verdedigers onzer
blauw-witte kleuren achter de tafel. Een zekere vrijheid zal den speler gelaten moeten
worden, doch zoodra deze vrijheid dreigt te worden een zekere bandeloosheid, moet
de hand van den regeerder doen, wat noodig is om dergelijke toestanden ongedaan
te maken.
Laat ik eindigen en daarbij den wensch uitspreken, dat de door mij in het kort
besproken solidariteit tot in lengte van dagen zal mogen blijven een der mooiste
bezittingen onzer Good Old en laat ieder lid onzer goede vereeniging beseffen, dat
het altijd noodig is, dat er krachtig geregeerd wordt. Dan ben ik voor H. F. C. s
toekomst niet bang.
Haarlem, April 1929.
MOLLERUS.