19
op onze collectie kaartjes voor behoorlijk gedrag. Ja, wat mij nu bepaald pleizier gedaan
ronduit gezegd geroerd heeft, is het feit, dat de groote massa voetballende
menschen in Nederland zoo stevig mee heeft geleefd met onze H. F. C toen we in
de Margarine zaten (niet zooals tegenwoordig om er 'n slaadje uit te gokken, maar
van wege de degrada ik krijg het lamme woord niet uit m'n pen). Dat was toch
wel 'n teeken van kameraadschap, die door en in onze opvoedende sport is ontkiemd
tot een goeden, grooten factor van niet te onderschatten beteekenis in onze huidige
H.F.C. I in de negentiger jaren.
maatschappij, waarin vijandige elementen elkander bestoken op een wijze als onze
ouders 'n dikke 50 jaren geleden niet gekend hebben.
Wanneer men zich 'n goed vaderlander gevoelt, dan kan men die verdeeldheid,
soms op vaderlandsloosheid gegrondvest, slechts betreuren en als zoodanig is het
aankweeken van 'n frisschen, gezonden, eerlijk-sportieven kameraadschappelijken geest
wel 'n nuttig werk geweest, waartoe wij H. F. C.'ers 'n steentje hebben bijgedragen,
naar het schijnt. Dat vormt het besef van volkseenheid, zonder hetwelk een Rijk ten
doode gedoemd is.
R. A. C. Schut, O. Menten, W. J. H. Muiier, Jhr. W. Schorer, J. H. Meijer.
K. Pies, A. H. Putman Cramer, H. Menten, F. Dolleman, W. H. R. v. Manen, D. Flier.
P. Swens. S. Tromp.