244
laten lezen, dan zoudt ook U iets in Uw binnenste voelen, dat zich nu eenmaal niet
zoo gemakkelijk definieeren laat.
Zijt gij 't dan ook niet met mij eens, dat, wat er ook gebeure, al zou alles ons tijdelijk
tegenloopen, onze Good Old met geen man of macht van dezen aardbol weg te krijgen is.
Neen, mannen, ons krachtig verbond sterft nooit.
Een zeiltochtje na Noorwegen—Nederland (44) Oslo, 12 Juni 1929.
Wij beleven op 't oogenblik moeilijke dagen, omdat velen onzer te veel bewierookt
worden en de waarschuwende woorden van onzen eminenten Voorzitter ter gelegenheid
van de 50e Algemeene Vergadering onderstreep ik gaarne, d.w.z. in dier voege, dat
m. i. de lof, de eerbied, de waardeering, waarvan „men" thans zoo algemeen ten opzichte van
H. F. C. getuigt, niet voor een Muiier, niet voor een Loosjes, niet voor een Spoelder en zeker
niet voor mij bestemd zijn, neen al die lof hoort gebracht te worden aan ons Vaandel
Wij, H. F. C.'ers, wenschen niet afzonderlijk gehuldigd te worden, wij hebben après
tout niets bijzonders gepresteerd, wij deden slechts onzen plicht tegenover de club, die
ons zooveel, zoo ontzaglijk veel gegeven heeft. Wij willen slechts onze club gehuldigd zien.
Gejus en gezelschap worden van het jacht, waarmee een tocht gemaakt werd, naar 't bootenhuis teruggebracht.
V. 1. n. r. L. Boeljon, A. Y. v. d. Meulen, F. Smeets, de schipper, D. D. Huizinga Bruins. Mevrouw Boeljon, A. de Haan Azn.