245 Elk mensch heeft zijn idealen, ook ik heb die t. o. v. H. F. C. op diverse leeftijden gehad. Sommige dier idealen zijn verwezenlijkt, de meeste echter niet, dat gebeurt meer. Thans rest mij voor onze goede oude club één groot ideaal en dat is een „onbezorgde toekomst Zooals ik reeds zeide - H. F. C. gaat, naar mijn vaste overtuiging, nooit en te nimmer ten onder. We kunnen naar de 2e, 3e of 4e klasse teruggesmakt worden - één blik tot ons Vaandel zal voldoende zijn om met ijzeren energie met den wederopbouw te beginnen. Kijk, lezers, dat voelen wij in onze traditie, iets, waarmede veel geschermd wordt, maar waar ook veel op afgegeven wordt door menschen, die nooit gevoeld, nooit begrepen hebben, wat traditie eigenlijk beteekent. Maar, als de degradatie weer eens ons deel mocht worden, dan moeten wij tijdens dien wederopbouw zonder financieele zorgen op ons terrein kunnen blijven vertoeven, moeten we dus de huur kunnen voldoen, moeten we alle uitgaven kunnen bekostigen, die noodig zijn om onzen jongens technisch goed voetbal bij te brengen. Daartoe is slechts één afdoend middel, n.l. het bijeenbrengen van een kapitaal, zoo groot, dat de rente ervan voldoende zal zijn om bovengenoemde kosten te dekken. Welnu, H. F. C.'ers, in Nederland en in den vreemde, t. z. t. hoop ik tot U te komen met voorstellen, om tot de bijeenbrenging van dat kapitaal te komen. Immers het moet voor ons een eerezaak zijn, dat onze kinderen en kindskinderen onze mooie sport in een vriendenmilieu kunnen blijven beoefenen en hun lichamen sterken voor den a.s. levensstrijd. En U geachte bestuurderen, geef ik de verzekering, dat, voordat ik als grijsaard rond zal strompelen, dit, mijn hoofd-ideaal t. o. v. de H. F. C„ verwezenlijkt zal worden. Beste Cees, ik hoop, dat je deze regelen niet als een inmenging in je bestuursbeleid zult opvatten. Je weet, ik ben nu eenmaal een lastige kerel, als ik iets in mijn hoofd heb. Een der afgeloopen Zondagmorgens was ik getuige van de Jumores-sixes. Helaas kon ik er maar kort bijblijven, maar wat heb ik genoten van het spel dier kleuters, die elkaar namen als Nassazi e.d. hadden gegeven. En wat ben ik blij, dat ons bestuur zoo goed begrijpt, dat daar onze toekomst ligt. Wij moeten komen tot vaste leiders dier jongens, leiders, die 's Woensdags en 's Zaterdags Bob helpen met het bezighouden van deze kleuters en als 't kan leiders, die den echten H. F. C. geest begrijpen opdat als wij straks onze diamanten bruiloft met de sport vieren, het vierde H. F C. boek wederom kan getuigen van de hechtheid van ons clubverband. Ik zeg daar zoo, dat wij moeten komen tot het aanstellen van vaste leiders, maar eigenlijk zijn er al. want ik heb dien Zondagmorgen in Aad Wijt, Bas Onderwater en nog een paar leden, uitnemende leiders ontdekt. Ik zal er niet lang over uitweiden, maar ik wil hen toch op deze plaats van harte dankzeggen voor hun prachtwerk, dat zij op zoon bescheiden wijze in alle stilte, zonder applaus van publiek verrichten. En, Aad. was t voor jou geen heerlijke belooning. dat jouw 4e elftalier Pietje Jongeneel dienzelfden middag zoo keurig in ons le elftal debuteerde? Zijn dat niet momenten, die de grootst mogelijke belooning voor je werk zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1929 | | pagina 249