H. F. C. EN PIM MULIER
J^AREL LOTSY vraagt mij, of ik voor het gulden boek van H. F.C. wellicht enkele oude
H. F. C.-herinneringen of oude Mulier-herinneringen kan opdiepen. Hij voegt aan
zijn vraag toe, dat hij heel goed begrijpt, dat ik er eigenlijk geen tijd voor heb. Een
beleefde vorm om iemand aan het verstand te brengen, dat het argument „geen tijd"
H F C. I in 1902/3, toen, door 't geweldige werken van ons Eerelid M. Loosjes,
onze Club tot de beste in de le klasse behoorde.
niet geldig is om het verzoek af te wijzen. Ten volle daarvan overtuigd ga ik dus
opdiepen. En ik doe dat eigenlijk met genoegen, omdat ik voor H. F. C. altijd, van
den oertijd, dat ik haar in het veld ontmoette, veel sympathie heb gehad en misschien nog
meer om de oude banden, die er tusschen Pim Muiier en mij sedert jaren bestaan.
M n kennismaking met Pim Muiier en z'n club dateert, als ik me niet vergis, van
9 December 1888 bij den wedstrijd te Rotterdam tusschen H. F. C. en het voormalige
Concordia. Wat zagen we tegen de oude Haarlemsche Club, die het voetbal in Nederland
importeerde, op en wat was er een vreugde, toen onze Club er in slaagde hen met
1—0 te slaan. Van die en latere ontmoetingen tusschen H. F. C. en Concordia vertelt
het Gedenkboek 1879-1919 van H. F. C. de noodige bizonderheden, ik zal ze hier
Staand v. 1. n. r. A. Prins, J. Cheriex, A. v. Waveren, J. Ferf, W. v. Waveren, J. Smit, L. v. d. Vinne, M, Loosjes,
Knielend I. Rodrigues Pereira, E. Holdert, O. Menten, M. Henny, F. v. d. Vinne.