EEN OORDEEL VAN EEN „BUITENSTAANDER"
OVER H. F. C.
U gaandeweg de jubilea onzer vereenigingen van koper tot zilver en van zilver tot
goud stijgen, nu dus blijkt, dat onze bond en hare leden aardig klimmende zijn in
levensjaren, komt de tijd, dat zij, die in de beginjaren mee het lot van voetbal in handen
hadden, met angst 't aantal grijze haren „de leiding zien nemen".
Dat is zoo de tijd, dat men zoo graag terugdenkt aan de vele prettige gebeurtenissen,
die 't leven ons via het bruine monster heeft gebracht.
't Zijn niet alleen personen, waaraan men dan terugdenkt. Er zijn ook vereenigingen,
waarvan men 't vaak waardeert, dat ze sedert lang, en gelukkig nog, deel uitmaken
van onzen bond.
Zooals een speler een sieraad kan zijn van zijn club, haar reputatie steeds dusdanig
hooghoudt, dat die vereeniging overal met achting wordt behandeld, zoo kan ook een
Club een sieraad zijn van de organisatie, waartoe ze behoort. De beteekenis van dergelijke
clubfiguren kent en voelt een ieder; de waarde van zulke vereenigingen voor de
voetbalgemeenschap wordt daarentegen wel eens onderschat.
En toch moet de waarde van zoo n vereeniging voor een sportbond zeker op één
lijn gesteld worden met die van een speler, als bovengeteekend, voor zijn club.
En wanneer ik dan H. F. C. beschouw als een
bezit van dusdanige beteekenis voor den N. V. B.,
dan is dat een lof, ten volle verdiend.
De waarde van deze vereeniging voor onzen
bond zit niet in 't hooge aantal levensjaren, maar
in de wijze, waarop dat groote aantal bestaansjaren
werd bereikt.
Voor mij en, ik ben ervan overtuigd, voor
velen met mij was en is H. F. C. een vereeniging,
waarvan de verrichtingen met meer dan gewone
belangstelling worden gevolgd.
't Is of een succes van H. F. C. een succes is
voor ons allen, een nederlaag een teleurstelling,
mede voor ons.
Zou een H. F. C. speler iets doen, wat in strijd
is met goede sportopvattingen, wij zouden dat voelen
alsof niet alleen zijn club, maar ook onze voetbal
wereld een blaam trof.
Hoe algemeen ook buiten de plaats harer
vestiging werd H. F.C.'s heengaan uit de le klasse
betreurd maar ook hoe algemeen was 't meeleven
en 't gevoel van voldoening, toen H. F. C. het
le klasseschap heroverde, waar ze zich tot heden zoo kranig handhaaft.
Hoorde ik niet meermalen de uitlating van spelers, dat zij de ontmoetingen met
Oisterwijk 1929.
Onze begaafde Eere-Voorzitter als schilder.