- 64
tijden zoo wondervol in slaagde, dat zij ook buiten den vereenigingskring en buiten
Haarlem honderden, neen duizenden, aanhangers tot zich trok.
Er zijn clubs, groote clubs in den lande, die heel veel bereikten en respect afdwongen
precies zooals H. F. C. doch die niet, door alle tijden, een achting en sympathie
verwierven als H. F. C. Men sprak lange jaren van H. F. C. als van Hollands Fijnste
Combinatie en dat vond niet uitsluitend zijn oorsprong in het feit, dat H. F. C. met haar
aantrekkelijk kort samenspel toen inderdaad in haar spel een zekere fijnheid ten toon
spreidde.
Dat kwam óók, omdat het wezen der club en het uiterlijk cachet de plausibiliteit
van dezen eerenaam wel deden uitkomen. Zelfs het hoogst eenvoudige en toch smaakvolle
costuum droeg daar toe bij en zeker niet in het minst de prachtige omgeving, waar
H. F. C. speelt. De meeste velden in Nederland doen aan als tenten of als goedkoope
landhuizen, de H. F. C. grond is als een villaatje, al moet erkend, dat het de natuur is,
die dit aspect in hoofdzaak verwekt.
Maar bovenal dankt H. F. C. haar voortreffelijke reputatie aan de achting, die zij
geniet bij het neutrale publiek en bij tegenstanders. De tienduizenden, die in Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag optrekken naar de velden, worden weinig geïmponeerd door het
verleden. Historie en traditie hebben voor Jan Publiek slechts waarde, voor zoover er in het
heden op voortgebouwd wordt. Maar ook het moeilijke, veelal onbillijke „Groszstadt-
publikum" respecteert en waardeert H. F. C„ zooals het dat maar heel enkele clubs doet.
Zoo gaat het ook met de tegenpartijen. Maar juist daarin schuilt dan ook het
geheim van H.F.C.'s gouden naam, waar zij, die de club grondvestten en later in
stand hielden en tot bloei brachten, mèt de huidige generatie prat op kunnen gaan.
Door alle tijden was het een genoegen tegen H. F. C. te spelen. Door alle tijden gold
H. F. C. als een prettige, meestal ook als een sterke, doch steeds als een eerlijke en
faire tegenstandster.
Daarvan wil ik in dit jubileum-werk een drievoudige getuigenis doen afleggen, waar
ge ook trotsch op kunt zijn, H. F. C. ers. Ik wil hier achtereenvolgens drie van de
grootste captains, die tegen H. F. C. in het veld gestaan hebben, zelf aan het woord
laten en den eersten, dien ik hier introduceer is niemand minder dan C. Schroder, alias
Kick Schroder, den grooten journalist van thans, den grooten captain van R.A. P. en van
het Nederlandsch Elftal in „het grijs verleden en dus uit de eerste bestaansperiode
van H. F. C.
Daar gaat ie
R. A. P. was opgericht, niet dan na hevige debatten over den naam van de
club en de kleur en den vorm van pet, die wij dragen zouden en wij hadden
eenige weken op het veld achter het Rijksmuseum hard gegild en geschreeuwd en
elkaar van de sokken geloopen en eens in het Vondelpark bij „Sport" afgekeken,
hoe ze het daar deden, toen onze secretaris op een Zaterdagmiddag met een
bleek aangelaat op het veld verscheen, met een brief in zijn hand, waar hij mee
zwaaide als met een brandende fakkel en, op onze belangstellende vraag of hij
eindelijk toch gek was geworden, niets anders stamelde dan „een uitdaging van
H.F. C. om een match te spelen Toen werden, op onze beurt, onze aangelaten
bleek en iedereen wilde den brief lezen. Flet was er een geteekend Willem Muiier"
en het stond er zwart op wit. Dien middag kwam er niet veel van spelen.
Onze captain zette zich op een omgewaaiden doelpaal en begon een elftal op
KOEKAMP- EN ANDERE HERINNERINGEN.