Maar toen ik mijn vinger naar de bel uitstak, tlitste door mijn hoofd, welk een waanzinnig idee het eigenlijk was om Daan Smit te laten praten over zichzelf. Denken en doen was één, ik maakte rechtsomkeerd, ging terug naar huis en daar aangekomen, trok ik mijn jasje uit, pakte de schrijfmachine en begon te ratelen: ,,Het was geloof ik in Mei 1926, dat een troepje jonge veulens onder leiding van dr. Spoelder naar het terrein van A. S. C. trokken voor het Corinthian Juniores tournooi. Na één nederlaag en drie gelijke spelen kwamen we in den eindstrijd, dank zij captain Rud Jongeneel, die ons viermaal in de winnaarsronde lootte 1 In den eindstrijd hadden we het Haagsche Quick tegen ons en daar in de achterhoede speelde iemand, die letterlijk en figuurlijk een muur van gewapend beton voor ons was. Je kon er niet onder of boven langs en je probeerde het maar éénmaal om er dwars doorheen te komen, bij welke eerste en laatste poging je dan subiet vreeselijk medelijden met jezelf kreeg! Eenigen tijd later bij een oefenpartijtje op een Woensdagmiddag aan de Spanjaardslaan, beet ik in het zand (het was vlak vóór de goal en ik vroeg me af bij welke gelegenheid ik dit bekende gevoel eens meer ondervonden had. Toen ik opkeek, wist ik dat ik mij niet vergist had. Het was Daan Smit, die nu de H. F. C.- kleuren was komen dragen. Na eenige jaren in lagere elftallen te hebben gespeeld, kreeg hij de verantwoordelijke taak het achtertrio van ons eerste te moeten vormen met Gejus van der Meulen en Henk Wamsteker. Het seizoen 1930/'31 was geen makkelijk jaar voor de H. F. C. Het kwam er in eiken wedstrijd duchtig op aan, omdat in dat seizoen onze voorhoede slechts oratorische krachten scheen te bezitten, die het ,,doel doorboren" schijnbaar een profane bezigheid vonden en over de al of niet wenschelijkheid hiervan, liever op het veld debatteerden. Het ging er dus maar om dat eene puntje, waar we bij den aanvang van eiken wedstrijd mee begonnen, te beveiligen. Ik geloof, dat er maar weinigen zijn, die voldoende beseffen, hoe zwaar het in dien tijd voor ons achtertrio geweest is. De voorhoede kon tientallen kansen verknoeien, maar als de achterhoede één steek liet vallen, dan was het een verloren wedstrijd. Na eiken Zondag kon men het lezen: ,,de achterhoede schitterde" en in den laatsten wedstrijd van het seizoen dankten we het aan Gejus, Henk en Daan, dat we weer een jaar voor de eerste klasse bewaard bleven, door een 0''0 resultaat tegen Excelsior!! Een individueel rasspelertje is Daan Smit nooit geweest, maar in een elftal is hij door zijn enthousiasme van onschatbare waarde. Het geeft altijd een veilig gevoel als Daan met een corner voor de goal staat, want als er dan een expert- header" uit de achterhoede van de tegenpartij komt aanhobbelen om het zaakje even op te knappen, dan is het: ,,Daan hou jij dien man in de gaten en je kan er zeker van zijn, dat als de bal komt, Daan Smit zijn hoofd eronder zet. Het is nooit prettig als de elftalcommissie iemand anders aanwijst, om je

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1939 | | pagina 157