TERUGBLIK
Veel heb ik van het nieuwe deel onzer H. F. C.-kroniek nog niet gezien
of gelezen, men heeft er mij zorgvuldig buitengehouden, opdat de verrassing des
te grooter zij, maar toch is nu reeds mijn hart van groote dankbaarheid vervuld,
dat de doortastendheid van ons lid van verdienste George Sypesteyn, die door zijn
toewijding de financieele risico tot een minimum wist te beperken, dat daarnevens
de zorgzame en tijdroovende bemoeiingen der Commissie van Redactie onder leiding
van Jo Mollerus, ons bewaard hebben voor een ontijdig afbreken der geschied
schrijving onzer club en een boek tot stand hebben gebracht zijn voorgangers en
de H. F. C. in alle opzichten waardig.
Hora ruit, de ure snelt! Ieder onzer, die leeft in de bange onzekerheid der
huidige dagen, beseft deze waarheid, maar gevoelt tevens, hoe benauwend veel
in deze snelle aaneenrijging van uren, dagen en jaren zich afspeelt, hoe nagenoeg
alles voortdurend zich wijzigt, hoezeer wat de toekomst brengen zal, met alle
berekening spot.
Ook H. F. C. is voor de wisseling der tijden en toestanden niet onaantastbaar
gebleken; het lijkt mij nog als de dag van gisteren, dat ik, evenals thans buiten
Haarlem vertoevende, eveneens op een kale pensionskamer, de inleiding voor het
vorige jubileumboek schreef, hoe ik dacht aan mijn oude club, mijn Haarlemsche
vriendenkring, hoe trotsch ik mij gevoelde en een brok mij in de keel schoot bij de
gedachte, dat ik nu voorzitter was dezer schoone en krachtige vereeniging, gevreesd
en geëerd om haar spel, in de voetbalwereld invloedrijk en geacht alleen al door
haar ouderdom en eerwaardigheid.
Wel zijn de toestanden gewijzigd! Meer en meer heeft het spel zich ontwikkelt
in de richting der technische volmaking en physieke (ja, psychische zoowaar ook!)
paraatheid; het onbezorgd vermaak der vrije uren doorgebracht in krachtmeting met
vrienden verwerd tot een kijkspel voor duizenden, waarbij belangrijk materieel
gewin behaald kan worden, indien men als tegenprestatie een vertooning weet aan
te bieden, die met ontspanning en vriendschap slechts zeer weinig van doen heeft.
H. F. C. moest kiezen en, bewust van het belang der zaak, heeft zij gekozen;
11
