TIEN JAAR
JUNIORES
Zonder de enormiteit
te durven neerschrijven,
dat vóór 1929 in H. F. C.
niets voor het voetbal der
jongeren werd gedaan de
onderlinge competities gedu
rende enkele jaren om
streeks 1922 en de H.V.B.-
adspiranten elftallen de
laatste jaren voor 1929
zouden anders bewijz;en
toch kan gezegd worden dat vanaf dit jaar een nieuwe periode in ons voetbal
voor de jeugd begint.
In 1929 namelijk, het jaar, waarin ons 50-jarig jubileum zoo luisterrijk werd
gevierd, komt, wellicht hierdoor, een verblijdende stroom uit Haarlem's jongelingschap
tot ons. De Heer V. Eeghen, iedereen bekend en wie hem niet mocht kennen, leze
het aan hem gewijde artikel in het voorgaande H. F. O.-boek en hi) kent hem alsnog,
indien tijd onze opperjeugdleider, daarna het voorbeeld voor zijn opvolgers, groepeerde
hieruit niet minder dan 7 elftallen, die elkaar in een onderlinge competitie bekampten.
Deze competities zijn nadien steeds gehouden, twee elk seizoen, aanvankelijk met
steeds toenemende deelname, die zelfs in 1932 een competitie van 15 elftallen mogelijk
maakte, doch helaas in latere jaren een teruggang vertoonde. Aan deze competities
is deze kleine bijdrage niet in de eerste plaats gewijd, maar ze zijn de voedingsbodem,
waarop de Junioreselftallen groeien.
Voor de seizoenen 1929y'30 en 1930/'31 is het nog anders. Het is dan een
elftal, in 1929 gevormd deels uit spelers, die voordien in de gewone elftallen uit
kwamen, deels uit H. V. B.-adspiranten. Kroese, Rees, Kuyk, Twiss, Kermer,
L. Dorsman, J. v. d. Togt, Zür Mühlen, Düsterbeck, A. Klein de Groot zijn er
164
H. F. C. juniores elftal, eerste Tournooi „de Acht". Terrein H. F. C.
10 April 1938.
Bovenste rijJ. 't Hart, J. L. Sanders en N. C. de Groot van Embden.
Middelste rijW. Kühne, C. Flack (aanvoerder) en B. Blankenaar.
Onderste rij: T. Sas, A. Metzelaar, D. van ter Tooien, L. Straus
en M. Westerhoff.