deze mogelijkheid ontbreekt vaak zoowel in het eerste als in het tweede geval.
Meerdere argumenten zijn nog aan te voeren, zoowel voor het eene als voor het
andere standpunt. Dat men vaak te ver gegaan is, staat vast. De overigens mislukte
Juniorescompetitie van den K. N. V. B. enkele jaren geleden georganiseerd, had
een leeftijdsgrens van 19 jaar, en werd wel eens genoemd een opleiding tot veteraan.
H. F. C. heeft aan deze competitie niet meegedaan, wel steeds aan de Juniores-
competities van den Haarlemschen Voetbalbond, waar de leeftijdsgrens 18 jaar is.
Gegeven echter het feit, dat de meeste Haarlemsche vereenigingen steeds met volle
overgave het junioressysteem gevolgd hebben, is de moeilijkheid zeer groot zich als
enkeling hieraan te onttrekken, immers komt men in de hoogste Junioresafdeeling
(men zal toch nooit iedere jongen in de gewone elftallen kunnen plaatsen), uit met
een verzwakt team, dan is de animo bij deze spelers, die zich op onrechtmatige wijze
hun ,,Konkurrenzfahigkeit", ontnomen zien, spoedig verdwenen. En komt men niet
in de hoogste afdeeling uit, dan is het gezien de populariteit en het aanzien van de
a-juniores onder de jeugd al niet beter. En het is juist de vraag of speciaal bij de
H. F. C., waar de jongens vaak tot hun 17e'18e jaar de meeste vrije tijd hebben,
de ontwikkeling niet juist in die periode moet vallen,
i De vraag, ja het probleem, dat ik aanroerde, is door de leiders van onze
jongeren en ook door het bestuur steeds naar beste weten beantwoord, maar het
blijft ook voor de toekomst de aandacht vragen.
Doch laten wij allereerst hopen op een nieuwen opgang van ons jongeren-
voetbal, een opgang, zooals wij na ons vorig jubileum, dat onze goede club in het
middelpunt van de sportieve belangstelling zette, konden zien. De moeilijkheden, die
dan nog resteeren zijn er om door alle H. F. C,'ers met inzet van alle krachten op
gelost te worden.
B. J. O.
c
169