ligt op 't oogenblik (Februari '39), nog als 'n hermetisch gesloten boek vóór ons,
maar uit het verleden en de traditie bleef het saamhoorige, eendrachtige clubgevoel.
Laat dat blijven: het zaadje uit de Pyramiden, dat na duizenden jaren weer kiem-
kracht ontplooide en vruchten droeg, maar dan moet het liever wat vlugger weer
actief worden.
Kn weet ge, wat mij nu nog 't liefst zou zijn? üat ik alles te zwart zie, dat
we keurig in die 2e klasse blijven, in '40 misschien nog weer wat aangesterkt zullen
zijn en dat er om dat gejeremieer en die angst van ,,die ouwe heer Mulier duchtig
zal worden gelachen. Dat kan, mits er weer volle velden komen.
MULIER.
28