nemen om een topprestatie te leveren, winnen we van Baarn uit, Bloemendaal thuis
en staan, na een gelijk spel tegen D. W. S. uit, zoowaar nummer één. Het valt
ons moeilijk ons met deze eere-plaats vertrouwd te maken. We spelen niet onaardig,
't vlot alles niet onverdienstelijk, doch er ontbreekt nog in het jonge team een kern,
een „centrale" als 't ware, die ontvangt, èn weer uitzendt. Voor de eerste en laatste
maal in dit seizoen, en wederom denken we met weemoed aan de huidige elftal
commissie, vindt er een wijziging in het team plaats. Jules wordt het slachtoffer,
Piet Hagenaar wordt linksbuiten, Nico linksbinnen en Wim Kruyer neemt de
spilplaats in. Op het Herculesveld beleeft deze opstelling haar première. Er is geen
houden aan, op de c.M. nauwkeurig krijgen Oome Piet en Henk van Riemsdijk
hun lange centers toegediend, afgewisseld door perfecte doorsjouw-ballen voor
Gé Koper; en alles wat de Herculanen door het midden spelen, wordt opgevangen
door Wim's hoofd en het alom tegenwoordige rechterbeen. De backs, de binnen-
spelers en vooral de kanthalfs Rud en Constant weten, dat Wim onder alle °mst^n-
digheden in de buurt is om hun korte tikjes op te vangen en op „bekeken" wijze
verder te expedieeren. Het spilvraagstuk is opgelost en zoowel verdedigend als
aanvallend is er rust gekomen in onze halflinie. Die rust, die zekerheid, dat Wim
te allen tijde in het centrum te vinden is, is ook in de volgende magere jaren gebleven,
en dit te hebben bereikt, kan Wim zich als een groote verdienste aanrekenen.
Van origine is vriend Kruyer een spil met sterk aanvallend karakter, doch
de laatste jaren heeft hij zijn speltrant in zooverre moeten wijzigen, dat hij hoofd
zakelijk verdedigend moest opereeren, wat hem dankzij zijn kijk op het spel goed afging,
doch de voorhoede moest daardoor helaas noode zijn stuwkracht ontberen. Want
dat die stuwkracht flink was, is wel bewezen in die momenten, waarin „het alles even
meezat", dan trok Wim met een onweerstaanbaar élan naar voren, achter zijn
voorhoede aan, „gooide" zich bij voorzetten naar voren en zat den vijandelijken
keeper persoonlijk danig op zijn huid. En als het hem mocht gelukken, om in zulke
momenten een goal te maken - we denken aan den gelijkmakenden kopbal tegen
West Frisia dan was er nog dagen daarna geen gelukkiger mensch dan Wim Kruyer.
Dan deed het ook ieder rechtgeaard H. F. C.'er goed om te zien, hoe intens zijn
spelers juist Wim dit succes gunden. Omgekeerd is zijn voetballoopbaan ook rijk
geweest aan dramatische momenten; we denken aan dien match tegen R. C. H.,
toen het juist Wim moest zijn, die 2 minuten voor tijd bij 1—1 een ongevaarlijk
schot van richting veranderde, zoodat Ato onhoudbaar gepasseerd werd; en later
toen we tegen de Alkmaarsche Boys dè wedstrijd van het seizoen speelden en
wederom het laatste schot op ons doel via Wim's hoofd in de touwen verdween.
En ook dan was er het waarachtig medeleven van spelers en bestuur, dat van den
diep ongelukkigen Captain weer een normaal mensch moest maken.
Als speler was hij voor bestuur en trainer een uiterst gemakkelijk mensch,
38