AAN MIJN GOEDE OUDE CLUB!
Als men reeds 27 Jaar uit Haarlem weg is en een 15 jaar geleden voor het
laatst actief aan het H. F. C.-werk deelgenomen heeft, dan vraagt men zich af,
of men nog wel tot oordeelen bevoegd is, althans 't recht heeft om het verzoek der
Samenstellers van dit 4e H. F. C.-boek om iets te schrijven, met een vrij scherp
stukje te beantwoorden.
Toch waag ik het erop, zeker niet, om iemand, wien ook, onaangenaam te
zijn, maar uitsluitend, omdat het wel en wee onzer Good Old, mij nog zoo verduiveld
na aan het hart ligt.
Kijk eens, als men in 't jaar, dat onze goede oude Club haar bO-jarig feest
hoopt te vieren, nog maar net en wel zeer fortuinlijk, den dans ontspringt, om 3e-
klasser te worden, dan moet er something rotten zijn. Temeer, waar ditzelfde elftal
de capaciteiten had, om zich lang vóór den laatsten wedstrijd, veilig te stellen.
Maar wat mankeert er dan aan?
We hebben een terreinen-complex, waarom vrijwel iedereen ons benijdt.
We hebben een uitstekenden trainer. We hebben toegewijde Bestuurderen en
Commissieleden en toch zijn de resultaten van ons le elftal allerellendigst
en is de ledenaanwas onvoldoende.
Laat men mij nu toch vooral niet aankomen met het fabeltje, dat voetbal
zoo vreeselijk veel ruwer is dan vroeger of dat hockey zooveel jongelui wegtrekt
of en dat is nog erger H. F. C. voor zijn pleizier speelt.
Het zijn alle praatjes, He^praatjes, om gebrek aan energie en enthousiasme,
lamlendigheid, futloosheid enz. enz. te bedekken.
Geenszins ben ik blind voor 't feit, dat, nu er zooveel van le-elftalspelers
van een le- klasse-club geëischt wordt, het voor studeerende jongelui heel moeilijk
is, om èn flink te studeeren èn flink te trainen.
Daarom kan ik, hoewel ik toch ook graag zou willen wijzen op Clubs als
Quick (N.), H. B. S. en H. V. V., meegaan met hen die beweren, dat 't le-klasse-
schap of een Leidende positie in de 2e klasse, voor Clubs als de onze niet meer weg
gelegd is, althans niet doorloopend. Maar onomstootelijk staat bij mij vast, dat t 2e-
klasseschap voor een Club als H. F. C., die in zoo menig opzicht voorrechten (bijv.
40