JaaP
PIET
Een (wat men noemt) 'geboren' voetballer. Piet maakte een normaal-vlotte
promotie door de juniores en kwam via juniores A nog als Burgerscholier op
de linksbuitenplaats van H.F.C. 3 in de ie klasse H.V.B. Reeds voor de oorlog
speelde hij zich in ons eerste elftal en handhaafde zich daar met enkele onder
brekingen zo'n jaar of tien. Hij speelde ruim honderd competitiewedstrijden
voor H.F.C. 1, een toch altijd bijzondere prestatie. Hij was geen buitenspeler
met een dodelijk schot of een nooit falende voorzet in beide benen. Hij muntte
uit door een uitgesproken handigheid met de bal en het prima tevoren aan
voelen van de uit te buiten situaties. Bovendien was hij een snel sprinter (bv.
nummer één op de 100 meter bij de Mulier-bekerwedstrijden in 1939) en het
maakte nauwelijks verschil in tempo, of hij met de bal een of meer tegenstanders
moest passeren. Zijn capaciteiten bleven ook buiten de H.F.C. niet onopge
merkt. Ondanks de juist voor zijn spel bestaande handicap van het hardere
voetbal op slechtere velden in de derde klas, werd hij diverse malen in het Haarlems A en B-elftal gekozen
met spelers van naam, waaronder die uit het Nederlands elftal en old-internationals. Piet kwam waarschijnlijk
juist net iets aan hardheid en eerzucht tekort om hem de hoogste voetbaleer te verschaffen, die menigeen
hem voorspeld heeft. Om dergelijke voorspellingen kon hij overigens zelf altijd smakelijk lachen.
In ons jubileum-tournooi ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan, brak hij zijn been. Piet werd lachend
van het veld gedragen. Halverwege het seizoen begon hij weer in het tweede (van welk elftal hij tevoren nog
een tijdje aanvoerder was geweest) en natuurlijk kwam hij spoedig in het eerste terug.
Hoogtepunten in Piet's rijk geschakeerde voetballoopbaan? Vaste speler in het kampioensteam gedurende
de oorlog (toen dat jaar geen promotiemogelijkheid bestond) en het seizoen 1949-19^0 met de promotie
van zowel H.F.C. 1 als 2. Piet was toen niet alleen één der pijlers van het tweede, hij verrichtte zelfs uit
muntend werk in de beslissende promotiewedstrijd, die het eerste door een 2-6 overwinning op Blauw
Zwart te Wassenaar in de tweede klasse terug bracht. Zes dagen later hielp hij mede, toen het tweede even
eens promoveerde.
Piet was niet alleen een enthousiast en gezellig voetballer. Gedurende tal van jaren was hij tevens een actief
lid van de clublevencommissie. Ook zag men hem bij tijd en wijle wel eens als scheidsrechter bij de jeugd op
treden. Bovenal bleef hij natuurlijk speler. Bij het fluiten speelde hem dat wel eens parten. Tijdens een
heftig duel bij een wedstrijd van een onzer junior elftallen hoorden wij eens een (voor Piet niet totaal on
bekende) schreeuw: 'Hé, scheidsrechter!' Even later realiseerde de Prater zich, dat hij dat zelf was. Hij
floot, gaf een beslissing en het spel ging weer voort. Zijn humoristische kijk op velerlei zaken liet hem ge-
Ook jaap heeft (of is het zo langzamerhand: 'had') een bijnaam. 'De Wipper' is
ontstaan tengevolge van zijn biljartprestaties in een Drents café.
Hij is een van de weinige H.F.C.-ers, die een halve frontpagina van een
vrij groot dagblad met zijn conterfeitsel in beslag heeft genomen. Het was een
imposant gezichteen bijna levensgrote (vrij typisch uitgedoste) scheidsrechter
met een hele troep jongens om zich heen verzameld. 'De schoolvoetbalwed-
strijden zijn weer begonnen', stond er onder de foto.
Evenals zijn broers, lag het ook Jaap niet, om passief tegenover het H.F.C.-
leven te staan. Diverse jaren heeft hij een groot aandeel gehad in het werk
van de 'Onderlinge' ('Zeg maar Jaap in plaats van mijnheer, tegen mij!
Begrepen?' Antwoord van het adspirantje: 'Ja, Mijnheer!') bij de sixes en
andere jeugdaangelegenheden. Jaap vertrok al vrij snel voor zijn werk uit
Haarlem. Met zijn commissiewerkzaamheden was het toen natuurlijk (helaas)
afgelopen. Dat neemt niet weg, dat hij ook later nog dikwijls beschikbaar was
om onze juniores bij uitwedstrijden te vergezellen of als scheidsrechter bij de jeugd te fungeren.
In zijn juniores-tijd was hij een (voor de commissie soms haast té) hardnekkig-enthousiast captain. In de
seniores speelde hij nog vele jaren zijn partijtje, meestal met of onder leiding van broer Hans. Jaap was er
een meester in, om op bijna plechtstatige wijze, doch in goede scherts zijn voetbalcapaciteiten op de juiste
waarde te schatten. Hoe hebben wij bijvoorbeeld niet genoten van zijn breedvoerige uiteenzettingen over
het nut van het ontbreken van 'het voorzetklosje', teneinde een perfecte 'boog' te kunnen lanceren? h.t.
100
lukkig zelden in de steek.