Hoeden af! jarig bestuurslidmaatschap. Op al deze manieren trachtte men, zij het ook voor enkele ogenblikken aan de steeds drukkender wordende dagelijkse zorgen te ontkomen. Het nummer van de H.F.C.-er, dat in Juli 1944 verscheen na een onderbreking van bijna vier jaar begon met de woorden: 'We zijn vrij'. Inderdaad de Mei-dagen hadden ons de bevrijding gebracht, iedereen sprak van 'wederopbouw' en dezelfde geest was over ons Bestuur vaardig geworden. Deze eerste H.F.C.-er stond tevens vol van berichten, deels verheugende, deels droevige, over hen, die wij terugzagen en hen, die wij nooit meer zouden terugzien. H.F.C. speelde nog één voetbalwedstrijd, en wel tegen de Royal Canadian Engineers, uitslag 9—1De recette werd voor een liefdadig doel afgedragen. Helaas moeten wij het overlijden van een groot aantal H.F.C.-ers vermelden: Jhr. Jan Feith en Mr. Jan Ferf, twee figuren uit de oudste periode van ons bestaan, die tot het laatst toe het wel en wee van onze club met aandacht bleven volgen Piet Lokman, een trouw junior-lid, die bij de razzia's van de 6 December 1944 door een Duitse kogel ge troffen werd Wim Denijs, eens een der steunpilaren van het kampioenselftal van 1933, die zijn menslievend werk voor ondergedoken landgenoten moest bekopen met de dood in een Duits concentratiekamp Hans van der Land, die als oorlogsvlieger boven Frankrijk werd neergeschoten Hans Sanders, door de Duitsers gearresteerd en in een Duits concentratiekamp gestorven Guus Daniëls, John van Parreeren en Bob Twiss, die het slachtoffer werden van de Japanse oorlogswaanzinde tweede liet het leven op Formosa, de beide anderen in Siam Hans Chapon en Max Gobets, die ten offer vielen aan de vervolging van de Joodse Nederlanders en nooit zijn teruggekeerd de Heer E. H. van der Togt, een trouw bezoeker van ons veld, na een langdurig ziekbed. Onze Oprichter vierde op 10 Maart 1944 zijn tachtigste verjaardag, Ere-lid roosjes neraacnt zijn vijt en zeventigste geboortedag kort na de bevrijding op 9 Mei. Zijn lichamelijke toe stand liet veel te wensen over, zodat H.F.C. het bij bloemen en een schriftelijke gelukwens moest laten. Gehavend waren wij uit de oorlog herrezen, maar ieder wachtte vol vertrouwen de komende gebeurte nissen af. Het Bestuur riep de leden ter vergadering op 4 Augustus, en van dat tijdstip afkan uw verslaggever zonder gemengde gevoelens zijn relaas voortzetten. Wim Denijs 'Theo, denk er om, dat je niet meer uitvalt. Ik heb je trui net met veel moeite schoon kunnen krijgen!' zei Thea uit de grap tegen haar echtgenoot, toen zijn elftal een kwartier voor tijd met 6—0 voor stond. Ook Theo vatte de zaak van de humoristische kant op. Hij viel niet meer uit en er kwamen in dat laatste kwartier liefst drie (volkomen onnodige) tegengoals. Niemand van zijn medespelers vond dat erg (aanvoerder Theo had al zo veel wedstrijden voor hen gered) en Thea had natuurlijk veel plezier achter de goal in de luwte van de tennisbaan. Waarom ook niet? De match was toch glad gewonnen en zij geeft dan toch ook maar een gedeelte van haar tijd aan H.F.C. Zij gaat vaak met Theo en zijn elftal mee, zorgt dat het thuis gezellig en 'er iets bij is', wanneer hij na afloop van een wedstrijd eens een paar van zijn teamgenoten, al dan niet met hun vrouw of verloofde, meebrengt. Thea is het type van een gezellige 'spelers-vrouw'. Jopie daarentegen is het type van een ideale 'bestuurs- echtgenote' van een H.F.C.-er; een 'functie' die heus niet iedereen zo maar ligt. Joop aan de telefoon tegen haar man, terwijl het eten al een tijdje 'op' staat en de beide kinderen met natte jassen en vuile schoenen binnen komen stuiven: 'Wat zeg je Jaap? Je zit nog in Rotterdam! Ik zal maar vast met eten beginnen. Als om acht uur de jubi leumcommissie hier komt, zal ik zorgen klaar te zijn. Maar probeer jij dan tenminste de trein te halen, zodat je voor half negen thuis bent. Hallo, luister nog even, Jaap. Die Piet Lastig heeft voor Zaterdag weer afge zegd en de moeder van Kees Bruisend moet je per-sé voor Zondag spreken, zegt zij Ja, ik zal de aanvoer- 102

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 106