Hans Thon Een H.F.C.-er met een prettig open gezicht, zeg maar gerust gezichtje, een brilletje, veelal een pijp in de mond, onmiddellijk te herkennen aan zijn prettige wijze van optreden, voorkomend en hoffelijk, dat is Hans Thon! Denkt u niet dat deze vriendelijke H.F.C.-er altijd alleen maar vriendelijk is. Neen hij is een kerel die weet wat hij wil en hij komt eerlijk voor zijn mening uit. Men noemt dergelijke mensen wel eens lastig, doch m.i. volkomen ten onrechte. Mensen als Hans Thon hebben niet alleen grote belangstelling voor H.F.C., doch doen ook veel voor onze club. Bij de opbouwende critiek die hij levert, durft hij te wijzen op de fouten die gemaakt worden. Dergelijke mensen zijn onmisbaar voor de H.F.C. Hans is een van de H.F.C.-ers die zich vooral verdienstelijk hebben gemaakt als bestuurslid in een periode, dat het met H.F.C. niet zo gunstig ging. Vooral in de periode 1939-1946 waren Hans Thon en Hans Ligten- stein de grote mannen van de jeugd. Het is mij onmogelijk een overzicht te geven van Wat Hans al zo in die periode heeft verricht, om de een voudige reden, dat ik nog geen lid van H.F.C. was in 1939. Maar onmiddellijk nadat dit lidmaatschap was aangevangen heb ik gezien en begrepen wat voor figuur Hans in die voorgaande periode is geweest. Alle juniores, adspiranten en onderlinge adspiranten uit die tijd kennen Hans Thon en waarom? Hij was het die met een geweldig enthousiasme zich gaf voor de jeugd van H.F.C. en zijn wijze van werken heeft er toe bijgedragen dat het jeugdwerk van H.F.C. een grote vorm aan ging nemen. Immers het aantal jeugdleden is in die periode belangrijk gestegen. En al was de oorlogsperiode gemakkelijk om de jongens bij elkaar te krijgen, moeilijk was het vooral, gezien de tijdsomstandigheden, steeds weer met nieuwe ideeën aan te komen om de jeugdige H.F.C.-ers enthousiast te maken voor het voetbalspel en wat nog belangrijker is, voor de H.F.C. Heel wat tournooien werden door hem georganiseerd en welke jongen uit die tijd, die speelde in een van de hogere juniores elftallen kan zich niet herinneren de 'brieven', die Hans aan hem schreef om toch vooral te zorgen, dat men zich in de.komende strijd voor de volle 100 zou geven. Een man van ideeën is hij ongetwijfeld en vele van deze ideeën werden tezamen met Hans Ligtenstein, in wiens gezelschap men hem meest kon signaleren, tot werkelijkheid gebracht bij het jeugdwerk van H.F.C. Bijzondere belangstelling heeft hij altijd gehad voor het jeugdtournooi 'De Acht' (dit mooiste tournooi dat in Nederland wordt gehouden), waarvan hij met ons Erelid en oud-Voorzitter Wim Heijbroek de grond- legger is geweest. Immers, zij zorgden ervoor, dat dit tournooi als voortzetting van het Corinthians tournooi tot stand kwam en niet dat alleen, doch ook voor de instandhouding van het tournooi werd zorggedragen. Vele clubavonden werden door hem georganiseerd, waarbij hij vooral in de latere jaren, nadat hij^ geen bestuurslid meer was, de steun had van zijn vrouw. Vaak zorgde Rita er mede voor, dat de feestavonden van de jeugd slaagden, door het muzikale gedeelte van het programma voor haar rekening te nemen. Jammer is het geweest dat Hans in 1946 door zijn werkzaamheden genoodzaakt was te bedanken als be stuurslid. Dit betekende echter niet dat hij voor H.F.C. verloren ging, want nog steeds is hij actief in allerlei com missies en vele malen wordt zijn advies nog gevraagd. Na de periode van het duo Thon—Ligtenstein, trad Hans op als captain van een der seniores elftallen en het zijn vooral het derde en vierde elftal geweest, die van zijn gaven hebben geprofiteerd. Immers in de periode, waarin Hans als captain van genoemde elftallen optrad werd er met veel animo gespeeld. Dat was niet te ver wonderen, want hij was de captain die er eer in stelde om zo gunstig mogelijke resultaten te bereiken met zijn elftallen, waarbij hij vooral de nadruk legde op de teamgeest en ook in die periode zijn er heel wat H.F.C.-ers geweest, die Donderdagsavonds een brief van hem ontvingen om zich te concentreren voor de komende strijd op het groene veld. Ik speel nu hockey. Keeper ben ik. Goed, goed, zegt u maar niets. Ik weet het al. Ik dacht alleen, dat ik u dit beter eerst zou kunnen vertellen, opdat u mij verder ongelezen kunt laten. Leest u door? Hebt u wel goed tot u door laten dringen, wat ik gezegd heb? Ik speel hockey. Met zo'n klein wit balletje en een kromme stok. Ik doe het nog met plezier ook, hoewel ik niet helemaal begrijp, waarom de regels voorschrijven, dat ook de keeper een stick bij zich draagt. Het is een wat overbodig ornament, ik schop toch alleen maar. Maar als ik dan ook schop ADS 106

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 110