Ad Sandtke Drie of meer van rood Beste Ad. Je houdt er niet van in de zon te staan niet, omdat je boter op je hoofd hebt - het zij verre van mij iets dergelijks zelfs maar te denken - maar eenvoudig, omdat je het in de schaduw veel behagelijker vindt. Nu ga ik je hier toch in de zon zetten, en ik doe dat met een zeker satanisch genoegen. Laat ik meteen zeggen, dat ik er steeds heimelijk op gehoopt heb in het ge denkboek over jou te mogen schrijven. Het was dan ook een aangename verrassing voor me, toen deze stille wens in vervulling ging. Maar nu het zover is, weet ik eigenlijk niet, hoe ik beginnen moet. Woorden van waardering over Ad Sandtke schrijven: dit zou zonder meer overbodig zijn. Is het nog nodig er op te wijzen, hoe jij door de leiding van het jeugdvoetbal bij H.F.C. een naam hebt gekregen die voor zichzelf spreekt? Moet ik het hier hebben over de talrijke kampioenschappen en bekers, die door H.F.C.-jeugdelftallen op vele plaatsen in Nederland zijn veroverd? Of over de wijze, waarop je in 1950 het leiderschap van H.F.C. II op je nam en de daarop volgende promotie, die zeker niet in de laatste plaats aan jouw werk te danken was? Ik zou dan vervallen in een herhaling van feiten, die overal in dit boek vermeld worden. Ik ga het over een andere boeg gooien. Kijk eens: een ander had misschien als leider van de jeugdafdeling in dezelfde periode dezelfde resultaten kunnen bereiken. Maar daarmee was die figuur nog geen Ad Sandtke geweest. Duide lijker gezegd: veel belangrijker dan alle kampioenschappen en bekers zijn de menselijke eigenschappen, die je bij het vervullen van je taak hebt ten toon gespreid Je hebt resultaten op het voetbalveld nooit als het alleen-zaligmakende beschouwd. Meer nog: je bent door de jaren heen de vertrouwensman geworden van onze jeugdige spelers en hun ouders. Hoe velen zijn er niet met hun per soonlijke moeilijkheden bij je gekomen? Steeds vonden zij een belangstellend Hierbij mollerwi^n'eiradem Riet noemen, die je steeds gesteund heeft en een zo grote belangstelling voor de H F. C.-jeugd aan de dag legde. Zonder haar zou je misschien na een van de vele teleurstellingen, die je nZ bespaard zijn gelleven, het werk hebben neergelegd. Door jullie beiden is je huis het gastvrije middelpunt geworden voor allen, die hun moeilijkheden kwamen bespreken of zo maar eens een praatje kwamen maken. Diezelfde eigenschappen hebben niet nagelaten indruk te maken op vertegenwoordigers van andere ver enigingen, die met ons in contact kwamen. Dat ons jeugdvoetbal zo n goede naam heelt gekregen overal >n het land is niet in de eerste plaats aan de prestaties te danken, maar aan de w.jze, waarop jij je taak vervulde en je medewerkers inspireerde. Dit alles is daarom nog merkwaardiger omdat je pas op later leeftijd lid van H F C bent geworden. Dat je de geest van onze club van meet af aan hebt aangevoeld en in die geest het werk van Bas Onderwater, Hans Thon en zovele anderen hebt voortgezet, is het grootste compliment, dat wij je kUZ" "t'mijzelf ben ik er van overtuigd, da. Jij één ding het belangrijkste vindt: dat velen ui. Haarlem en omgeving een gelukkige jeugd te danken hebben aan hun lidmaatschap van H.F.C. jêhfud. er niet van in Ie eon te staan: ik aal je tins „ie. langer kwellen. V, Of men nu eens gezapig wil kankeren over de prestaties van onze elftallen van de vorige dag, of men nu nergens anders gelegenheid vindt om een biertje of een borrel te drinken, of dat men alleen wat gemoedelijke sfeer zoekt wij weten het niet, maar een feit is dat de biljartzaal van Brinkmann aan de Grote Markt op Maan dagavond immer op een van bedrijvigheid gonzende bijenkorf lijkt. Als u dat soms een te bizarre vergelijking vindt dan willen wij ook wel simpel zeggen dat het er gezellig is; ofwel dat wij een plaats hebben gevonden die een redelijke vervanging kan heten voor de sociëteit aan de Zijlweg waar wij vroeger - als adspirant wel te verstaan onze wekelijkse uitspatting beleefden. c,_„_ Toen wij in Mei 1- na het sein alles veilig - namelijk weer wat clubleven konden gaan zoeken, zochten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 115