wij naarstig, maar vonden niets. De wekelijkse kout werd gepleegd met koude voeten op ons eigen veld, zo tussen het zoeken naar invallers voor Zondag door. Dat was alles. Er bleef echter iets ontbreken. Wie zou de leemte vullen? Nu bleken er vroeger al eens H.F.C.-ers geweest te zijn die met min of meer succes een lange, slanke stok hanteerden, die er toe diende een bal te stoten en uiteindelijk te laten caramboleren. En die lieden nu staken de hoofden bijeen met het doel de oude kunst onder de H.F.C.-ers weer te doen herleven. Met andere woor den, men ging weer biljart spelen en koos de zaal van Brinkmann tot tournooiveld en de Maandagavond tijdens en na de commissievergadering over de elftallen - als tijdstip. Waarna al spoedig bleek dat eigenlijk zonder opzet de leemte gevuld werd en het clubleven een aanmerkelijke opfleuring beleefde. Nu heeft de altijd gestreng leiding gevende organisator ons eens langs z'n neus weg gevraagd hoe of wij als groentje in de competitie het geheel nu wel vonden. En ach, dan wil je geen bruut zijn en dan wil je iemand niet voor het hoofd stoten. En dan zeg je dus ondanks het feit dat diezelfde man hardnekkig weigert je eindelijk eens in de een na slechtste afdeling te stoppen - 'reuze lollig man, je moet wel enorm plezier hebben van je werk'. 'Dat moet je eens op papier zetten. Leuk voor het jubileumboek.' De wijsneus had toch wel gelijk toen hij zei: 'Bescheidenheit ist eine Zier, doch weiter koramt man ohne ihr'. Gelijk, omdat wij aan het verzoek voldeden en het hier nu gedrukt staat. En nu dat Maandagavond-biljarten dus. Als we onze nijvere organisator buiten beschouwing laten, dan kunnen wij gerust zeggen, dat middelmatigheid in onze competities in het gestoelte der ere zetelt. Want je mag dan trots zijn in de eerste klasse te spelen, veel verschil met de klasse, waarin een misstoot over mag als je de speelbal weet op te pakken, voordat hij een andere heeft geraakt, is er toch niet. Per slot van rekening staan allen goed of slecht ruim anderhalf uur aan het gladde laken. En wat voor verschil maakt het nu uit of je vijftig of tweehonderd caramboles moet maken? Waarbij de mindere goden dan nog met een zeer nadelige factor te maken hebben. Het carotte spelen namelijk, dat niet als verdedigingswapen wordt gebruikt, maar een ongewilde onhebbelijkheid is, afkomstig van - overigens alle aantrekkingskracht biedende onkunde. Aristoteles zei eens: 'het leven is beweging'. Wij zouden willen zeggen: 'de beweging maakt het leven', welke wijsheid wij opdeden bij het zien en horen optreden van een nieuweling in de competitie. Zo iemand die heus we noemen geen namen - heel vroeger zijn mannetje op het groene veld in de buitenlucht danig gestaan had en die er eigenlijk nooit bij gedacht had, dat groene velden binnen vier muren ook tot actief sportief leven kunnen aansporen. Iemand, die allengs van alleen maar kijken en lachen kwam tot de woorden 'flauwe bezigheid' en daarna tot 'zit eigenlijk wel wat in', 'lijkt me wel aardig', 'nou vooruit dan maar' en tenslotte elke week present was en onder groot gejuich drie of meer van rood maakte. Maar wat belangrijker was, H.F.C.-ers kregen buiten de Spanjaardslaan een trefpunt, waar aangaande H.F.C.-zaken naar hartelust geprezen en verguisd kon worden, serieus gedaan en geschertst, gebiljart en net gedaan alsof. Wat dat betreft dus ook bij ons jubileum van H.F.C. een plaats voor ons Maandagavond biljarten, dat floreert, als had het ook al een basis van vijfenzeventig jaar. Waarvoor allen die er plezier van hebben, de mensen-van-de-daad-van-weleer toch wel dankbaar gestemd mogen zijn. Hetgeen wij met deze bijdrage hopen voor u allen bewezen te hebben. Ek WIM GROOT Onwillekeurig komt, als je een stukje over Wim Groot moet schrijven, de herinnering bij je op aan vele en zeer uitgebreide 'pingelpartijen'. De man, die met een ijskoud gezicht de meest precaire situaties voor ons doel wist te bewerkstelligen en dan als hij door vele medespelers hierover aangeblaft werd, antwoordde met zijn stereotiepe: 'Als je maar lol hebt!' Hiermede is dan wel alle kwaad van hem verteld. Men zou zich uit het voorstaande wellicht kunnen afvragen: Waarom speelde hij eigenlijk in het eerste? Naast zijn lief hebberij van de bal veel en lang te hebben, had hij echter zo vele goede eigenschappen, dat hij practisch zonder onderbreking in de na-oorlogse jaren tot 19^3 zijn plaats in het eerste ten volle waard was. Hij had een zeer aparte (lees goede) stijl, was voor zijn directe tegenstander geen prettige knaap om op zijn weg te ontmoeten (dit laatste alleen figuurlijk gesproken, want hij was een fair en vriendelijk speler) en was voor zijn medespelers een vreugd in het veld, althans voor zover zij opgewassen waren tegen zijn zeer laconieke speelwijze. Zijn kopwerk was uitnemend; het was een lust om te zien hoe hij door zijn 'timen' de bal boven de grootste tegenstanders wegkopte. Voor vele jongeren die dit lezen zal het misschien een openbaring zijn, dat hij Wim heet, want zij kennen hem slechts als Gorre, een bijnaam, waarvan de oorsprong ons onbekend is. De H.F.C. heeft van Gorre's onmiskenbaar voetbaltalent veel profijt gehad. 1 1 2

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 116