met 11 punten uit twaalf wedstrijden het nieuwe jaar ingingen met het bezoek van de Oud-Internationals
u hebt het geraden! Met 4—2 kregen wij een les.
Ons competitie-kruit was voorlopig verschoten: H.F.C.—Kinheim 0—3, Terrasvogels—H.F.C. 4-1 en
H.F.C.-V.V.E. i-x (een 1-1 nederlaag' schreef Veteraan terecht). Een groot gedeelte speelden onze tegen
standers met tien man! Wij zakten tot de voorlaatste plaats met twee punten voorsprong op Ripperda.
H.F.C. stond met een half been in de vierde klasse!
Wijzigingen in het elftal te over: Andriessen, Hackenitz, Begemann, Groot, Beets, Kleijntjens, de Nijs,
Flein Winter, Höck, van Zeeland, Hans Winter. Zoals men ziet: ons oude renpaard Henk Höck werd weer
eens in de wei gelaten. Tegen Zaandijk thuis speelde Piet Ligtenstein linksbuiten, de Nijs spil, Hans Winter
rechtsbuiten, van Zeeland rechtsbinnen en Hein Winter linksbinnen. Deze combinatie verkocht zijn huid
duur tegen de kampioenen (o— 1).
Voor de thuiswedstrijd tegen Ripperda probeerde men een geheel andere opstelling, die tevens een bij
zonderheid meebracht: Piet Jongeneel, na dertienjarige afwezigheid weer in ons midden, bezette zijn oude
backplaats, en dat niet alleen, maar hij deed het schitterend. Het was eigenlijk een wanhoopsgreep, maar
het lukte: H.F.C. won met 2-1. Henk Höck was geblesseerd, waardoor Hackenitz op de middenvoorplaats
terecht kwam! Hein Winter en Tom Corbeth bezetten de binnenplaatsen: laatstgenoemde toonde toen al
zijn productiviteit door beide doelpunten te scoren. Na een vriendschappelijke wedstrijd A.F.C.-H.F.C.
4-2 restte nog de uitwedstrijd in Beverwijk, waaruit wij om het zekere voor het onzekere te nemen nog een
puntje moesten zien te halen. Wij behaalden een vlotte 4-0 overwinning. Ons voor het grootste deel uit
zeer jeugdige spelers bestaande elftal heeft zich door deze twee onaangename seizoenen bewonderenswaardig
heen geslagen.
In de eindstand nam H.F.C. de vijfde plaats in: 18-6-4-8-16 pnt, doelp. 23-31 en een voorsprong van
vier punten op de onderste plaats. In de beker gingen wij roemloos, maar tot veler opluchting tijdig voor
het zomerseizoen ten onder: H.F.C.-D.I.O. 1-2 (daags na de sixes), Vliegende Vogels-H.F.C. o-2,Bloemen-
daal-H.F.C. 2—1, H.F.C.-Droste 3-2.
Achteraf mochten wij blij zijn, dat wij ons bestaan in de derde klasse weer een jaar gerekt hadden en
dan te bedenken, dat 13 jaar tevoren het spelen in de tweede klasse een vooruitzicht was, dat ieder H.F.C.-er
met schrik vervulde!
Het tweede elftal eindigde onderaan in de res. tweede klasse. De eerste tien wedstrijden leverden slechts
drie punten op, vijf overwinningen in successie deden de kans keren, maar de finish was slap, zodat wij in
de eindstand juist één punt te kort kwamen. De degradatiewedstrijden begonnen met een 3-1 overwinning
tegen Alkmaarse Boys 2, maar drie nederlagen (Watergraafsmeer uit en thuis, en West-Frisia 2 thuis) brach
ten ons in de res. derde klasse: de uitslagen van de overige twee wedstrijden waren voor ons van geen belang
meer en zijn in het vergeetboek der historie geraakt.
In de Haarlemse Voetbalbond wist alleen het vierde een eervolle plaats in de eindstand te bereiken. De
enthousiaste aanvoering van Hans Thon was hieraan niet vreemd.
Het enige kampioenschap zij het gedeeld met V.S. V. b kwam bij onze junioren B terecht. De verdere
verrichtingen van onze jeugdelftallen waren zeer bevredigend.
Ook met het aantal elftallen waren wij in stijgende lijn. In totaal kwam H.F.C. uit met 8 seniores-, 3 ju
niores- en 3 adspirant-elftallenhierbij nog 7 adspiranten-elftallen in een onderlinge competitie.
In de loop van het seizoen zag Haarlem zich genoodzaakt voor zijn eerste elftal een goed heenkomen naar
elders te zoeken; ons tribune-stelsel kon de weelde van eerste-klas bezetting niet meer dragen. Gelukkig
konden wij na Januari aan een ander oorlogsslachtoffer, nl. Schoten, gastvrijheid verlenen. De jeugdcommissie
met Ad Sandtke aan het hoofd had druk werk: behalve de opstelling der elftallen en de regeling van de 'onder
linge' (het routinewerk!) vertegenwoordigden vele H.F.C.-elftallen onze kleuren bij tournooien en andere
evenementen.
Bob Kammeijer, en Max Slingenberg vormden de Redactie van de H.F.C.-er, die zich wat vorm en inhoud
betreft naar vooroorlogs peil ging verheffen.
Het Bestuur huldigde op 1 1 Maart in zijn vergadering de Heer R. D. Jongeneel ter gelegenheid van zijn
1 21)2 jarig penningmeesterschap.
Dit korte overzicht bewijst wel, dat ondanks de (nog) niet bevredigende resultaten op het groene veld
onze vereniging over zijn somberste periode heen was.
De klemmende vraag was echter nog: zou H.F.C. zijn vroegere positie althans gedeeltelijk kunnen heroveren?
1 14