de tweede klasse. Wat de toekomst zal brengen? Zou Van Houten niet de hoofdrol kunnen vervullen in een nieuwe versie van de oude film van Dick Laan 'De droom van een H.F.C.-er(tje)' Maar naast het leggen van een nauw contact met het eerste elftal wist hij de band van de oudere leden met de H.F.C. weer te versterken. Het jaarlijks reunistendiner kwam mede door zijn initiatief tot stand. Hij zag het voordeel van de steun van de ouderen voor de jongeren. Dat bij deze samenkomsten de zwakke financiële positie van de H.F.C. op slimme wijze naar voren geschoven werd, wie zal zich bij deze voorzitter daarover verwonderen Vele regels zouden nog geschreven kunnen worden voor het schetsen van de vele verdiensten, die Van Houten voor de H.F.C. en voor de sport in het algemeen heeft. Maar met een verdere opsomming hiervan zou ik naar mijn gevoel toch te veel aan de buitenkant van de persoon Van Houten blijven. Want wie hem in de H.F.C. tot zijn vriend weet, apprecieert niet alleen de uiterlijke Van Houten, maar ook zijn persoon van binnen uit. Hij is dankbaar voor de uren in gezelligheid en jolijt met Piet doorgebracht, voor zijn humor, waarbij hij zichzelf dikwijls lang niet spaart, voor de ernst, waarmede hij over muziek, familie en andere interne aangelegenheden spreekt, voor de vriendschap, die hij met zijn gouden hart geeft. Zijn vrienden weten ook, dat Piet met de gedachte rondloopt binnen afzien bare tijd het voorzitterschap neer te leggen. Niemand is onmisbaar, voor de H.F.C. is het echter te wensen, dat dit tijdstip van aftreden nog in een heel verre toekomst verborgen ligt. PIET VAN ZEELAND Op het moment dat dit gedenkboek zal verschijnen zijn Piet en zijn gezin zeer waarschijnlijk met verlof in Nederland en dus precies op tijd om het 7^-jarig jubileum-feest tussen al zijn H.F.C.-vrienden mee te vieren, nadat hij zich de afgelopen jaar een bestaan heeft opgebouwd in dienst van de H. V. A. op Sumatra's Oostkust. Wat zijn die 'schoffies' van ongeveer 10 jaar geleden toch allemaal veranderd. We zaten toen miden in de oorlog en speelden in de adspiranten en later in de Juniores. In de hogere klassen van de H.B.S. leerde ik Piet eigenlijk pas goed kennen. Op H.F.C. had ik voordien weinig contact met hem gehad omdat hij beter voetbalde en dus hogerop speelde. Piet is van jongs af aan één van die sportfiguren, die, met wat voor sport zij ook in aanraking komen, direct al tot de beteren of zelfs uitblinkers behoren. Via de 'Onderlinge' en de adspiranten C en B kwam hij al gauw in de A. Tot vier maal toe werd Pietje uitverkoren om mee te spelen met het jaarlijkse tournooi 'de Acht', een ware prestatie. Na de bevrijding hebben we kunnen beseffen, wat H.F.C. juist in de oorlogsjaren voor ons heeft betekend. Speciaal het laatste oorlogsjaar, toen niet meer gevoetbald kon worden, vormde zich in onze omgeving een groepje van jonge H.F.C.-ers. waarvan Piet ook deel uitmaakte en die bijna iedere dag met elkaar in contact kwamen. We gapten 's avonds of 's nachts het benodigde hout om de diverse huiskamers warm te houden en overdag werd geping-pongd, gebridged of gebiljart, terwijl we ook vele uren doorbrachten op een eigen teelt tabaksplantage', waar heel vaak de in de laatste jaren beleefde H.F.C.-genoegens weer naar voren werden gehaald. In die tijd heb ik Piet leren kennen als een knaap die er in alle omstandigheden iets van snapte' Toen na de bevrijding de voetbal weer begon te rollen, ontpopte Piet zich als een prima kanthalf en een paar seizoenen later zorgde hij als 'speerpunt', dat menig doelpunt op het scoringbord door zijn toedoen kon worden genoteerd. Piet was de man,die met een grote dosis zelfvertrouwen de bal tussen de palen kon jagen. Inmiddels vertrok hij naar Deventer om zich daar op de Landbouwschool in de Tropische Cultures te be kwamen. Ik weet, dat hij ook daar zeer gezien was bij leraren en klasgenoten. De weekends bracht Piet echter op H.F.C. door. Het speet zeer velen oprecht toen Piet ons ging verlaten en zich inscheepte naar Medan. Door onze geregelde briefwisseling gedurende zijn afwezigheid, heb ik altijd zijn intense belangstelling voor het wel en wee van de H.F.C. kunnen constateren. Hij bleef er met hart en ziel bij. W. GR 116

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 120