H.F.C.: heerlijke herinneringen
De omvang van ons Secretariaat
Ja-
o
Dikwerf beginnen itukjes gelijk dit, zo: Toen mij het verzoek gedaan werd om iets te schrijven voor dit
lubileumboek, greep ik deze gelegenheid met beide handen aan, immers
Ik hT, zulk efn begin, omdat men dan voor de Tartuflfe speelt. En dat is aper, tout. Ik beg.n dus anders.
Het was op een warme middag in December, dat mij het verzoek bereikte om een stukje te schrijven voor
ons Jubileumboek.
Ik was tot diep in de ziel getroffen.
Onmiddellijk was het er. Wat was er?
De sfeer. Welke sfeer? De echte H.F.C.-sfeer.
Ik wierp het stiel terzijde, want ik was (ingespannen) aan het werk.
Ik liet de kin rusten op de saamgevouwen handen en staarde devoot voor mij uit. Even later sloot ik zelfs
de ogen.
En toen kwam het, langzaam maar zeker. Wat kwam? l».
Een visioen van grote groene grastapijten met daarop vrolijk, vinnig voetballende knapen, vecht
de victorie en op de achtergrond die eeuwenoude bomen aan de Spanjaardslaan. Almaar ruisend
fkzaf weerd^adspirantjes op Zaterdagmiddag dartelend en gillend achter de bal draven, terwijl wij oude-
n genietend stonden toe te kijken.
Ik zag de juniores op Zondagmorgen, verbeten strijdend voor de overwinning. En niet te vergete
senioref weliswaar niet meer dartelend, maar wel gillend en grollend en grommend stieren door de we
Ik zag mezelf weer; klungelig knoeperds kegelend op het vijandelijke doel, ondertussen schertsend en sc a
lendbmiin mannen tot nog grotere prestaties opzwiepend.
Dat was ons voetbal, onze Zondagmorgen; een lust voor het oog, een weldaad voor onze forse torsen.
Waar ben je gebleven? Zalige Zondagmorgen. Ik mis je zo zéér.
En dan 's middags, als het Eerste thuis speeldeons Eerste.
Wij, nog nababbelend over onze eigen fabelachtige verrichtingen van s morgens, waren weer present.
Nu kijkend naar de Grootsten der Groten. In onze ogen althans het Eerste
De kelen werden opengegooid en met stentorstem werd er gebruld: Hup H.F.C., vooruit Good Old.
Voorts keuvelden we met onze vrindjes en dronken thee in de pauze.
Groot was onze vreugde als we gewonnen hadden, en indien we verloren hadden, welaan, dan droegen wij
dit sportief.
Dit alles is nu herinnering, maar een heerlijke herinnering. i
Ik had een goede (warme) middag in December. Van (ingespannen) werken is met veel meer gekomen, dat
^M^H.F.C. gebleven zijn zoals het was, toen ik het verliet: een club waar het prettig voetballen en goed
tC>Gijnzult mij nu schielijk vragen, nadat ge 't bovenstaande gelezen hebt: Maar voetbal je daarginds dan met?
Net zoals vroeger bij H.F.C.?
Neen
Waarom niet?
Daarom niet. Dat is duidelijk. Basta. t 1 jöt.
Ik ben blij dat ik het hoge (waarachtige) woord eruit heb geflapt. Ik kon het met meer in mij houden
Ik ben het nu kwijt en voel me opgelucht en tevreden. En zachtjes begon ik de eerste regel van ons clublied
te neuriën. p. van goor
Pontianak, Januari 1953
Tot de bijkans onmisbare steunpunten van de secretaris behoort Mej. Polack. Zij resideert in een der
kamers van het gebouw Nassauplein 4-6 te Haarlem en zit daar midden in het gewoel van het secretari
weHeOnTngewijden staan wel 'eens op het standpunt, dat een dergelijke hulpkracht gemist kan worden. Een
117