weet, dat de clubgeest dit van hen eist en men verplichtingen heeft tegen over de vrienden van het verleden, van het heden en zelfs van de toekomst. De spelers beschouwen deze verplichting stellig niet als een zware last, maar veeleer als een eer om te mogen strijden voor de vanen van hun aloude club. Met grote waardering en dankbaarheid moge ik op deze plaats ook gewag maken van het feit, dat de H.F.C.-ers zich niet beperkt hebben tot het ontplooien van hun capaciteiten uitsluitend in de eigen vereniging. Ook in de grote Bond hebben zij hun aandeel gehad in het omvangrijke werk dat deze Bond met zich brengt. Mannen als Pim Muiier, Karei Lotsy, Cees Spoelder, Dick Slingenberg en zovele anderen zijn in de K.N.V.B. geen onbekenden. De liefde voor de sport heeft zich bij hen ontwikkeld in de H.F.C. en de geest van wilskracht en werklust, gepaard aan sportiviteit en vriendschap hebben zij uitgedragen in onze grote sportgemeenschap zonder echter ooit hun eigen club te vergeten. Mijn hartelijke gelukwens aan de gehele vereniging bij dit belangrijke feest moge gepaard gaan met de wens, dat het de FI.F.C. gegeven worde nog tal van jaren haar zegenrijke arbeid voort te zetten tot heil van onze gehele Nederlandse Voetbalge meenschap in het algemeen en van de opgroeiende jeugd van de H.F.C. in het bijzonder. IR H. F. HOPSTER Voorzitter K.N.V.B. NA 7j JAAR Gaarne gebruik makende van het voorrecht mij geboden om in dit Ge denkboek enige regels te mogen wijden aan onze oudste voetbalvereniging en ongetwijfeld een van de belangrijkste sportorganisaties van onze Spaarne- stad, allereerst dan een hartelijke gelukwens met de bereikte '75'. Ik mag zulks doen in het volledig besef te spreken mede en voor vele van de duizenden, gebundeld in de Afdeling Haarlem van de K.N.V.B., zij, die het nog immer prettig vinden aan de Spanjaardslaan te gast te gaan, om voetbal te bedrijven in fraaie omgeving, bij een kerngezonde en naar omvang grote organisatie. Bij jubileren is men spoedig geneigd te gaan spreken over traditie en, niet te vergeten, die 'goeie ouwe tijd', welnu laat ik volstaan met vast te leggen dat 'H.F.C.' haar leden veel rijkdom voor het leven mede gaf en dit mo menteel nog doet. Het voetbalspel, aanvankelijk een vermaak van enkelen uit gegoede kringen van ons volk, werd ontegenzeggelijk een nationale sport, waarin een goed deel van ons volk medeleeft, hetzij daadwerkelijk hetzij door belangstelling. Voor de thans '7 j-jarige' is het een zegen geweest, dat opvolgende Bestuurderen tijdig en volledig begrip hadden voor alle veranderingen die nu eenmaal vastzitten aan een groeiende beweging en er zich op instelden (zie maar eens aan het prachtig jeugdwerk dat tot stand kwam). Maar één zaak bleef ongerept voortduren, namelijk een eenvoudig en prettig gedoe, H.F.C. zo eigen, de sterke pijler van die prachtige clubgeest. Al ben ik dan geen H.F.C.-er, ik leef en dit gelukkig, wel van zo dicht-bij mede dat ik mij veroorloof vast te leggen dat het onmiskenbaar bestaande 'H.F.C.'-cachet ook na 7f jaar onverzwakt voortleeft. Ja, het is een bijzondere positie die de Spanjaardslaan-Club zich in onze voetbalwereld wist te verzekeren, nog alle dagen wordt er gewerkt die te behouden, opdat zij blijve zoals tot op heden, een parel van onze voet ballerij. Gezond en sterk zie ik momenteel 'H.F.C.', een goede toekomst zal haar stellig beschoren zijn, dat is de overtuiging van A. van der Aart, Voorzitter Afd. Haarlem K.N.V.B. 10

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 14