Met succes werd aan enige tournooien deelgenomen. Afzonderlijk zij vermeld, de wijze, waarop H.F.C. de eerste plaats behaalde in de poule van het Jeugdtournooi 'De Acht' (in 193^ wederom op H.F.C. te houden). Eén maal i-o, twee maal o-o en na twee series strafschoppen met een doelpunt verschil winnaar! De finale werd kansloos tegen Sparta verloren. Met de tweede prijs waren we dik tevreden. In dit seizoen werd met een record aantal elftallen deelgenomen aan de competitie. De onderlinge ad- spirantencompetitie draaide met niet minder dan 11 elftallen. Vermeldenswaard is nog het feit dat wij bij Hercules, na vorig jaar de beker voor i jaar mede genomen te hebben dit jaar kans zagen de 3e prijs te winnen in dit tournooi. Ook bij Blauw-Wit veroverden onze adspiranten op fraaie wijze de 3e prijs. De van Moorselbeker werd voor de zesde maal gewonnen, terwijl de Dr Wamstekerbeker in het bezit kwam van de adspiranten A. De Aloysius-beker werd dit keer door H.F.C. gewonnen. Vanzelfsprekend werkte in deze periode een flink aantal aanvoerders mede om het H.F.C.-jeugdapparaat vlot te laten marcheren. Slechts betrekkelijk weinigen kwamen echter meer dan één seizoen aan bod. Dat zijn om te beginnen het Gymnasiumkwartet: Piet Roorda, Jan Thiel, Jaap Ligtenstein, Sjoerd Kamminga. Verder noemen wij nog de namen van Rudi Wildschut, Eddy Koning, Leo Molijn, Hans Koster, Frits de Voogt, Wil Newsum, Dick Schoute, Bert Rahusen, Nico Lodder, Paul Ankringa, Tjeerd Samplonius, Jan Schuddeboom, Piet Domhoff, Walter Kneib, Hans de Regt, Ben v. Welsenes, gebrs Heering, Jan Wam- steker, Hans v. d. Burg, Wim v. d. Zwaan, Wim Blankevoort, Theo Bijvanck, Loek Beynes, Arnold de Muinck Keizer, Tijno Voors, Mick de Graaff, Freek Schotte e.a. Zeer bijzondere belangen-behartigers vond Jun. E in de eerste jaren na de herrijzenis van dit team in Frank Stuyt, Jan Zonneveld en Jan Steenmetser. Drie uiterst gezellige, maar dikwijls lastige kapiteinen van ons toen laagste junior-team, waarbij het specifieke probleem van het 'rouleren' dikwijls veel stol heeft doen opwaaien in de loop der jaren, terwijl ook Jan Wamsteker zich een captain toonde bij de adspiranten, die van geen wijken wist en zijn elftal het liefst zag aangevuld met jongens uit de adspiranten A; een echte vechter voor zijn elftal! Naast dit rouleren en de bijzondere zorg, die één of meer bepaalde jongens in een elftal ot een elftal ais geheel, elk seizoen weer van de jeugdleider vergen, aarzelen wij toch niet om uit voetbaloogpunt als probleem nummer één te stellen: Het moment, waarop een goed bij de juniores voetballend lid naar de seniores over gaat en naar welk elftal dat moet geschieden. Voor die elk seizoen in meerdere of mindere mate terug kerende keuze komen meer dingen kijken dan alleen het wel-aardig-spelen Men zal zich nooit mogen laten verleiden om, met het oog op een kans op direct succes op korte termijn, een jongen te vroeg in de seniores of in een te hoog elftal op te stellen. Dat lijkt misschien inderdaad een paar wedstrijden, of zelfs wat langer, heel goed te gaan. Een te vlug doorschieten zal echter na betrekkelijk korte tijd altijd een dergelijke psychologische of physieke terugslag op de ex-junior hebben, dat hij als mens gedurende langere of kortere tijd onuitstaan baar wordt en als voetballer lang niet datgene zal bereiken, dan bij een minder abrupte promotie het geval zou zijn en waardoor teleurstellingen, zowel voor de jongen zelf als voor de H.F.C. in het algemeen voor komen hadden kunnen worden. Gelukkig heeft ook dit probleem steeds alle aandacht van besturen en jeugdcommissies bij H.F.C. gehad. Buiten de zgn. H.V.B.-adspiranten hebben wij nog het typische H.F.C.-instituut, de Onderlinge waarin practisch elke H.F.C.-er zijn opleiding als H.F.C.-lid en als voetballer heeft gekregen. Behalve de wedstrijden voor de competities van de H.V.B. en Onderlinge (waaraan in de loop der jaren op verzoek ook enkele elftallen van 'Haarlem', V.V.H. en Schoten hebben deelgenomen) en de 'Sixes' met Pasen werden er in de laatste vijftien jaar door onze jeugd natuurlijk tevens een flink aantal Friendly-games gespeeld en werd er aan diverse tournooien deelgenomen. Ook hieruit willen wij ter wille van de historie enkele grepen doen. Als het belangwekkendste op dit gebied noemen wij zonder aarzelen het Jeugdtournooi De Acht dat in 1938 voor 't eerst werd gehouden (dank zij ons initiatief) op onze terreinen. Nadat het Connthian-juniores tournooi in de loop der dertiger jaren zijn doel begon voorbij te schieten en vervolgens ter ziele ging, wei d 'De Acht' in het leven geroepen, welk tournooi inderdaad blijkt in een behoefte te voorzien. De deelnemende verenigingen zijn sinds de oprichting onveranderd: D.F.C., H.B.S., H.E.C., H.V.V., Kampong, Quick (HQ, Sparta en V.O.C. Bij de keuze van de clubs heeft men zich om practische redenen tot een niet al te ver uit gestrekt geografisch gebied moeten beperken. 162

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 166