VOORVALLEN IN DE H.V.B. COMPETITIE den door zich (op de spil der vissers wijzend) op gezette tijden naar de scheidsrechter te begeven met mededelingen als'Mijnheer, hij slaat me. Hij zegt vieze woordjes'. Dat deze tactiek slechts averechtse uitwerking had, zal u wel duidelijk zijn. Op een zeer warme dag speelde een H.F.C.-elftal in de Haarlemmermeer tegen Kenau, een club, die nu ter ziele is. Wij waren zeer in het defensief en wisten.met kunst en vliegwerk ons doel schoon te houden. Doch opeens kreeg de middenvoor van de tegenpartij een dot van een kans. Tot algehele verbazing liet hij de bal lopen en verdween haastig van het veld. Op de vraag van zijn teamgenoten: 'Hé Krelis, waar ga je heen', antwoordde hij prompt. 'Effe me borst nat make'. Hieruit zie je, dat de natuur ons elftal te hulp kwam. Een ander voorval speelde zich ook al af in de Meer. Nu was niet een speler van de tegenpartij de aanleiding tot grote hilariteit maar de scheidsrechter zelf. Onze tegenstanders D.K.F. (De Klei Trappers) en wijzelf liepen die ochtend te praten, schreeuwen, schelden en onparlementaire woorden te gebruiken en van voet ballen was feitelijk geen sprake. De scheidsrechter wilde hier terecht een einde aan maken en riep alle 2 2 spelers op het middenveld bijeen en hield de volgende toespraak: De eerste de beste, die nu nog eens zijn mond opendoet, transpireer ik naar de kleedkamer. Men zal wel begrijpen, dat dit gezegde in die wedstrijd nog vele malen gebruikt werd. Buikpijn is een ongemak, dat goed voetballen practisch uitschakelt en velen moeten hierin dan ook aanleiding zien het veld te verlaten. Dat dit op een zeer beleefde manier kenbaar gemaakt kan worden, blijkt uit het volgende. In een wedstrijd werd de aanvoerder van de tegenpartij door buikpijn overvallen. Keurig netjes kwam hij onze aanvoerder vragen of deze er geen bezwaar tegen had, dat hij eruit ging. Natuurlijk niet, antwoordde onze captain. Er bestond toen nog niet de sportieve geste, dat ook één onzer naar de kleed kamer ging. Dat een scheidsrechter nog al eens in moeilijke situaties komt, zal een ieder met mij eens zijn. In een wedstrijd van onze Zondagochtend-veteranen werd aan de tegenpartij een penalty toegestaan wegens hands, een beslissing, waarmee niemand het eens was. Er ontstond een discussie onder onze tegenstanders, wie de penalty nemen zou. Dit duurde een hele tijd en toen geen van hen er iets voor voelde, lanceerde één der H.F.C.-ers de oplossing door voor te stellen, dat de scheidsrechter hem dan zelf maar moest nemen. Deze opmerking werd door de scheidsrechter niet op prijs gesteld, want hij verwees deze H.F.C.-er naar het kleedhuis, hetgeen hevige protesten ontketende bij vriend en vijand. Zelfs in de rust kwam het gehele elftal van de tegenpartij de scheidsrechter verzoeken de H.F.C.-er na rust weer te laten meespelen. Een mooi staaltje van sportvriendschap. Helaas was hun verzoek zonder succes. Alleen vermelding op het wedstrijd formulier van dit uit het veld sturen kon hierdoor voorkomen worden. Tenslotte wil ik hier nog een gebeurtenis vermelden, die waarschijnlijk een unicum in de voetbalgeschie denis is. Op een winterachtige Zondagmorgen speelde een H.F.C.-elftal op ons enigszins hard en ietwat met sneeuw bedekt veld een wedstrijd tegen Zwanenburg, een club, die ook al niet meer bestaat. Wij speel den van het begin af een gewonnen wedstrijd en de score werd regelmatig opgevoerd. Een der spelers van de tegenpartij kon dit niet goed verkroppen en kwam er toe een H.F.C.-er in het penaltygebied te haken. Een strafschop was het gevolg. Thans kreeg onze keeper een kans een doelpunt te maken. Hij kwam vol enthousiasme het terrein overgelopen om het vonnis te voltrekken. Juist op het moment van het nemen van de penalty werd hij door dezelfde speler gehaakt, waardoor hij zonder de bal te raken languit in de sneeuwpap viel. Er ontstond een hevige consternatie, de bewuste speler werd het veld uitgestuurd en onze keeper kreeg opnieuw zijn kans. Hij was echter door dit voorval dermate van zijn stuk gebracht, dat hij de penalty meters naast schoot. In weer een andere wedstrijd liep de linksbuiten van de tegenpartij onophoudelijk te appeleren voor 'pinantie'. Dit begon op de duur onze rechtsback zo te verdrieten, dat hij plotseling de bal in zijn handen pakte in ons strafschopgebied, hem op de fatale stip legde en zei: hier hèb je dan je pinantie. Waarop de scheidsrechter uiteraard niet anders kon doen dan de strafschop toewijzen. P.J.F. 186

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 190