A. G. EN W. VAN WAVEREN Uit het eerste Jubileumboek (1919): Zonder de gebroeders Van Waveren zou de H.F.C. geen 40 jaar hebben bestaan. Wat hadden Otto Menten en Loosjes zonder hen moeten beginnen? Liepen al achter een voetbal in 1890.In 1894 speelde 'Wijn' al als invaller met de H.F.C. mee; A. verscheen in 1895-inde voorhoede van het eerste, een jaar later vormden de broeders de rechtervleugel. In 1902 speel den zij samen back. Beiden speelden tussen 200 en 300 wedstrijden, altijd goed, in een periode van 13 jaar. Alle twee zeer trapvast, met beide voeten en zonder eerst de bal stil te leggen. Steunpilaren ook in de zin van stevigheid. Sportief in hun opvattingen als weinig anderen. A. was 10 jaar voorzitter en werd tot erelid benoemd. Speelde in 1 899 in het Nederlands elftal, Wijn in 1903;. DE DOLLEMANNEN Leden van een familie, waaraan de H.F.C. grote verplichtingen heeft gehad. Frits een stevige en zeer goede halfback. Mary ook in de middenlinie en evenals Frits in 1893 voor het eerst in de H.F.C. Willy speelde af en toe voor de H.F.C. en heeft verder in het bestuur belangrijk werk gedaan. Sannie kwam ook af en toe voor de club uit. Maar de gehele familie, ook de dames Dolleman hadden steeds warme belangstelling voor de club, die wel een hoogtepunt bereikte, toen Mevrouw Dólleman-Thierry de Bye, het terrein naast haar buiten Het Clooster voor de H.F.C. beschikbaar stelde. KAREL PLES Een speler, zoals wij nu nog geregeld graag in het eerste elftal op de backplaats zouden zien: sterk en massief. Hij was van het type, dat de tegenstanders ontzag wist in te boezemen door zijn robuste maar altijd faire speelwijze. Een pittige opstopper wist hij te geven, maar ook te incasseren. Hij was echter ook één dier spelers, die wel eens een kleinigheid nodig hebben om tot topprestaties te komen. Het gebeurde tijdens een wedstrijd op de Maliebaan in Den Haag. Hij kon niet op gang komen, was een beetje luikortom het vlotte niet. Totdat hij in een scrimmage, nog wel van één van zijn eigen spelers, een venijnig trapje tegen de kuit kreeg. Dit was voldoende om hem de wedstrijd van zijn leven te doen spelen. In oude annalen is deze wedstrijd dan ook terug te vinden als de wedstrijd van Karei Pies. J. H. MEIJER Beter bekend als Puck Meijer, een bijnaam, ontleend aan zijn korte vlugge beentjes, waarmede hij dermate venijnige schoten wist te lossen, dat het menige doelverdediger angstig te moede werd, als hij mét bal in de richting van diens doel opereerde. Hij was een speler met overleg, wist niet van opgeven en was een goed en daardoor zeer gezien kameraad. Hij was één van de vele goede en trouwe leden, die H.F.C. zo node aan Indië heeft moeten afstaan Door zijn sjouwen en ploeteren, eigenschappen, die hem ook op het voetbal veld tot zulk een nuttig speler maakten, wist hij zich op Timor een prettige carrière op te bouwen. OTTO MENTEN Een man, die in de moeilijke jaren rondom de eeuwwisseling bijzonder veel voor de H.F.C. heeft gedaan. Was captain in de jaren, toen de club was gedegradeerd en het een hele opgave was om de moed erin te houden bij het kleine clubje, dat weer omhoog moest klimmen. Spande er zich met A. van Waveren voor om het terrein aan de Spanjaardslaan te bemachtigen. W. H. R. VAN MANEN Beter bekend als Co van Manen. Met Karei Pies en doelman Tromp vormde hij een achterhoede, waarop men steden kon bouwen. Een geheel ander type dan zijn collega-back Karei Pies, die meer de grove arbeid voor zich opeiste. Zo in de geest van: 'Ik neem de man, neem jij de bal.' En dit bal nemen, dat was bij Co in goede handen. Hij was de speler van de fijne trekjes, één, die in de meest hachelijke situaties de beste prestaties leverde. In wedstrijden, waarin de achterhoede het zwaar te verduren had, was hij op zijn best; dan hield hij het hoofd koel en de moeilijkste problemen werden door hem op elegante wijze opgelost. l9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 23