Weer werd het seizoen begonnen met sixes voor de jongeren en onderlinge wedstrijden voor elftallen van de seniores. Voor het eerste elftal werd het weer een matig seizoen met slechts weinig lichtpunten, zoals een 2-1 overwinning op het dit seizoen zeer sterke Haarlem en 2 dito op H.V.V., resp. met 3-0 en 3-1 H.F.C. laboreerde aan een chronische onvolledigheid en haar voorhoede aan een chronische schotloosheid. De veelbelovende jonge linksuiterst Johnny Wiechertwasno. zoveel, die wij aan Indië verloren. Geen wonder, dat de nederlagen ver in de meerderheid bleven en wij het seizoen eindigden als no. 9 van de 1 2 clubs met 17 punten uit 22 wedstrijden. Ook met het 2de ging het niet best. Het bereikte slechts de voorlaatste plaats met 1 2 punten juist boven U.V.V. II door een iets beter doelgemiddelde. Het seizoen 1918—1919 bracht gelukkig enige verbetering. Laten wij echter beginnen te memoreren, dat op de Algemene Vergadering Jhr. J. C. Mollerus tot secretaris werd gekozen. Talloze bestuursleden zijn sinds dien gekomen en gegaan, Mollerus alleen is al die jaren op zijn post gebleven en nog op de huidige dag voert hij voor onze club de pen. Van clubtrouw gesproken! Het zou overigens een merkwaardig seizoen worden, want in November eindigde eindelijk de Eerste Wereldoorlog, die zoveel ellende over de wereld had uitgestort. De beruchte griep-periode, die in dezelfde maand uitbrak was van veel invloed op de samenstelling van de elftallen en op de prestaties van de spelers. Het eerste bracht het er echter zeer behoorlijk af. Met 22 punten uit evenveel wedstrijden eindigde het als no 7 van de 12 clubs. Ben Verwey en Nes Kervel vormden, met Roetje Sijpesteyn, een uitstekend achtertrio, terwijl in de voorhoede Jan Laan als vanouds de grote man was. Dolf Bouvy en Jan van Breda Kolff gaven een maal een gastvoorstelling tegen Quick, den Haag, en toonden het nog lang niet verleerd te zijn. Van de overige elftallen valt het kampioenschap van het 4de te vermelden in de afd. I B van de H.V.B., terwijl het 3de de Stads-Editie-beker won. Eindigen wij met de opstelling van het 1 ste elftal te geven E. Kaars Sypesteyn B. Verwey E. Kervel P. Francken J. Verwey G. H. Kaars Sypesteyn W. Cohen Tervaert H. Seignette J. J. Laan M. C. Sigmond Jacq Francken De oorlogsjaren waren voor de H.F.C. niet onbevredigend verlopen. Insiders echter moest het opvallen, dat van het team, dat eenmaal Hollands Fijnste Combinatie vormde, in 1918 al heel weinig was overgebleven. Voerden in 1914 H.F.C. en H.V.V. nog de boventoon, steeds meer kwamen verenigingen als Ajax, Sparta en Haarlem naar voren en werden de oude clubs naar de achterhoede verwezen. Zo pakten zich dus donkere wolken samen boven de Spanjaardslaan, al waren de symptomen niet voor iedereen duidelijk. Ook valt het ons op, hoe klein H.F.C. eigenlijk wel was in die jaren. Brengen wij het nu tot 30 a 33 elftallen, toen kon men ternauwernood 10 elftallen op de been brengen. Het seizoen 1919-1920. Veertig jaren heeft H.F.C. achter de rug. Een feit, dat op waardige wijze herdacht moest worden en dus ook herdacht werd. Een tournooi met Haarlem, H.V.V.Be Quick (Gr.), onderlinge enathletiekwedstrijden en tenslotte cabaret met bal na. Een feest, dat klonk als een klok. 2 1 November vond de wedergeboorte plaats van ons clubblad, dat voordien een noodlijdend bestaan had geleden. Tot op de huidige dag is de H.F.C.-er een welkome verschijning in onze brievenbus gebleven, het geen wij in de eerste plaats danken aan de redactieleden, die in de loop der jaren tijd en moeite hebben ge geven om van ons blad iets goeds te maken. Dan lezen wij in de H.F.C.-er van iy Januari 1920 een pleidooi van Piet Mulder, de aanvoerder van het derde, voor een elftalcommissie. De aanvoerders steldep n.l. in onderling overleg hun teams samen. Hun positie was dus wel anders dan tegenwoordig. Zij hadden meer zeggenschap, maar toch waren aan dit sys teem veel bezwaren verbonden. Tot onze verwondering verklaarde voorzitter Lotsy zich tegen, wat echter niet baatte, want met ingang van het volgend seizoen werd de eerste Elftalcommissie vastgesteld, bestaande uit J. J. Laan, B. Verwey en J. Rodrigues Pereira voor I en II, W. Reydon, L. Bijvoet, L. Vreugde, Joh. Faber, V. Donker en P. Reydon voor de lagere elftallen. Tenslotte had op 6 Maart 1920 de uitreiking plaats in de Kroon (het tegenwoordige Brinkmann) van het H.FC.-gedenkboek 1879—1919 aan alle leden en adspirant-leden, die minstens 1 jaar lid waren. Het geschied- 34

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 38